Categories
Geen categorie

‘Liever ouders die ruzie maken dan dat je een van hen nooit meer ziet’

Katja van Kooij was dertien jaar toen haar vader het huis verliet. Ze heeft daarna geweigerd contact met hem te hebben. ‘Door de negatieve verhalen van mijn moeder was ik ervan overtuigd dat hij echt niet deugde.’ Nu kijkt Katja daar heel anders tegenaan, maar helaas is haar vader ondertussen overleden. ‘Achteraf vind ik het vreselijk dat niemand mijn moeder afremde en ervoor zorgde dat wij contact met onze vader konden houden. Je kunt beter ouders hebben die ruzie maken dan dat een van hen helemaal uit je leven verdwijnt.’

Daughter holds the hand of the father

Haar ouders hadden geen gemakkelijk huwelijk, herinnert Katja van Kooij (57) zich. Zowel haar vader als haar moeder hield wel van een borrel en als zij er samen teveel op hadden, ontstonden er regelmatig ruzies. ‘Mijn vader ging af en toe een tijdje weg, maar kwam steeds terug.’ Zij was dertien jaar, haar zusje zeven, toen haar vader weer het huis verliet. Katja rekende erop dat hij ook deze keer weer terugkwam, maar dat gebeurde niet. Ze heeft zelfs nooit meer contact met haar vader gehad. Nu kan het niet meer. Hij is overleden.

Eén front

Je zou kunnen zeggen: het is haar eigen keuze geweest dat zij nooit meer contact met haar vader had. Katja hield inderdaad jarenlang vol dat zij hem niet wilde zien. Of het echt haar eigen keuze was, is zij het laatste jaar sterk gaan betwijfelen. Zij was de oudste en moest steeds de verhalen van haar moeder aanhoren over de scheiding. ‘Steeds weer vertelde zij mij dat mijn vader een dronkaard was, niet deugde en andere vrouwen had. Je gaat dat toch geloven, want niemand sprak mijn moeder tegen.’ Katja was ook zelf boos op haar vader. ‘Hij had mij alleen gelaten met een moeder met wie ik het eigenlijk niet kon vinden.’

Haar moeders familie vormde een gesloten front met haar moeder. Als Katja weleens iets vroeg over haar vader, liep zij tegen een muur aan van afkeurend zwijgen. ‘Zij wilden niet over hem praten, omdat hij “ons Mien” volgens hen slecht had behandeld. In de jaren zeventig was scheiden nog een schande in het zuiden en mijn vader werd als de schuldige gezien. Mijn moeder was heilig in hun ogen.’

Vader genegeerd

Op een dag stond haar vader bij school te wachten. Haar zusje ging naar hem toe. Katja niet. ‘Waarom ik dat niet deed, weet ik niet. Ergens wilde ik hem wel zien, maar door al die verhalen van mijn moeder was ik bang, verward, boos en wist niet wat ik moest doen.’

Haar moeder wilde absoluut niet dat er contact was tussen vader en hun dochters. Haar vader nam haar zusje mee om een ijsje te eten en toen kwamen ze de buurvrouw tegen. ‘Zij belde direct mijn moeder en die belde de politie. Mijn zusje moest direct mee naar huis. Op een bepaald moment liet mijn moeder zich ook ontvallen dat “ervoor was gezorgd dat hij een straatverbod kreeg”. Niemand stopte mijn moeder in haar haatcampagne tegen mijn vader.’

De grote vraag is waarom haar moeder zo tegen het contact was tussen de zussen en hun vader. Katja vindt het lastig om hier precies de vinger op te leggen. ‘Uit een soort rancune. Ze gunde het mijn vader niet dat wij ook van hem hielden. Het was een eenzame vrouw, zij had ons en haar familie, maar geen vriendinnen. Nu kan ik het haar niet meer vragen, omdat zij dement is.’

Loyaliteitsconflict

Haar zus ging toen zij ouder was op zoek naar haar vader. ‘Het merkwaardige is dat mijn zusje – in tegenstelling tot mij – een redelijke band met mijn moeder had.’ Katja was tegen de zoektocht van haar zus. ‘Zij zei echter: “Ik heb hem amper gekend en wil weten wie hij is.”’

Haar zus vond haar vader, die heel blij was haar te zien. Katja wilde hij ook graag ontmoeten. ‘Eerlijk gezegd was ik heel verbaasd dat hij contact met ons wilde. Ik had verwacht dat hij wel klaar was met ons en niets meer van ons wilde weten.’ Katja weigerde ook nu weer om hem te zien. ‘Ja, waarom? Ik dacht zoiets van: nu ben je oud en heb je een slechte gezondheid en dan mogen wij komen opdraven.’ Echt verklaren kan zij haar gedrag niet. ‘In mijn ogen had hij niet genoeg zijn best gedaan om eerder met ons contact te krijgen. Waarom hij dat niet deed, weet ik niet. Hij durfde misschien niet, hij mocht het misschien niet. Ik weet het niet. Eerlijk gezegd ben ik bang dat als hij mij had benaderd, ik had gezegd dat ik niets met hem te maken wilde hebben.’

Contact

Recent kwam haar zus met informatie over ouderverstoting en loyaliteitsconflicten van kinderen na scheidingen. Katja en haar zus herkenden hun eigen situatie en hun eigen gedrag. ‘Heel jammer dat wij daar niet eerder van hebben gehoord, toen mijn vader nog leefde.’

Jongeren die in eenzelfde situatie zitten als zij en haar zus, raadt ze aan om niet het contact te verbreken met een ouder. ‘Oordeel niet te snel over één van je ouders. Je hoort meestal maar van één kant het verhaal. Zorg dat er ruimte is voor het verhaal van die andere ouder, die je niet dagelijks ziet.’

Bij vechtscheiding adviseert de hulpverlening regelmatig om het contact van kinderen met een van de ouders te ontmoedigen of zelfs te laten verbreken. Geen goed idee, vindt Katja nu. ‘Steun kinderen om contact met beide ouders te houden en realiseer je hoe het beeld van een ouder vergiftigd kan worden door de andere ouder. Nu zeg ik: ik heb liever ouders die ruzie maken dan dat je een van hen niet meer ziet.’

Categories
Geen categorie

Na Brazilië heeft ook Mexico een wetsartikel tegen ouderverstoting

In navolging van Brazilië heeft ook Mexico een specifiek wetsartikel tegen ouderverstoting (met dank aan Frank Vink):

De hier onder vermelde toevoegingen aan het Burgerlijk Wetboek is gepubliceerd op 9 mei 2014 in Het Mexicaanse staatsblad. Het is een voorlopige vertaling van het Mexicaanse wetsartikel tegen oudervervreemding:

Artikel

Toegevoegd aan het Mexicaanse Burgerlijk Wetboek:

HOOFDSTUK III

Geweld binnen het gezin

Artikel 323 Septimus:

Het onderwerp is geweld van een familielid het als doel de banden van het kind met één van zijn ouders te voorkomen, te belemmeren of te vernietigen. Dit gedrag wordt oudervervreemding genoemd. Het gevolg zal zijn schorsing van het ouderlijk gezag en schorsing van het ouderlijke recht op omgang en (hoofd)verblijf. Als de vervreemdende ouder gezag heeft, gaat dit onmiddellijk over naar de andere ouder als het lichte of matige vervreemding betreft.

Als er sprake is van ernstige vervreemding wordt alle contact van de vervreemdende ouder of familie en het kind opgeschort en wordt onderwerp van behandeling van de stoornis.

Om het welzijn van het kind te waarborgen, beoordeelt de afdeling psychologie Superieur Hof van Justitie de naaste verwanten van een kind om te bepalen welke persoon verantwoordelijk zal zijn voor de zorg voor hem. Zij ontvangen steun die voor het samenleven met de niet-vervreemdende ouder. Behandeling voor de vervreemde kind zal worden uitgevoerd door het departement van Parental Alienation Medische Examinator van de High Court of Justice.

Strafbaar feit:

Op grond van artikel 60 van het federale Wetboek van Strafrecht, kan een overtreding van deze wet leiden tot een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar. Ook het kennishebben van overtreding en niets doen is strafbaar.

 

De toevoeging aan de Mexicaanse wet komt min of meer overeen een in 2013 ingediende petitie bij de Verenigde Naties:

Ingediende petitie (deze is hier ook te tekenen) aan de Verenigde Naties:

Erken Parental Alienation als geweld en misbruik van kinderen.

Ik tekende de volgende petitie gericht aan: SECRETARIS-GENERAAL Ban Ki-moon.

—————-

Vanwege Parental Alienation zijn miljoenen kinderen over de hele wereld verwijderd van hun ouders, grootouders en familie.

Er zijn tal van publicaties van studies, onderzoeken en verhalen van ouders die de ernstige gevolgen laten zien van Parental Alienation voor kinderen, verstoten ouders en de maatschappij. De mentale en psychische schade toegebracht aan kinderen en ouders is vaak onomkeerbaar en duurt jaren- of zelfs levenslang.

Het Comité voor de Rechten van het Kind zal bijeenkomen op 27 mei tot 14 juni 2013. Dat biedt de secretaris-generaal Ban Ki-moon een kans om deze petitie te presenteren, met als doel wijziging van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, in overeenstemming met artikel 50.

Ondergetekenden verzoeken secretaris-generaal Ban Ki-moon dringend om ouderverstoting toe te voegen bij de agenda van de 63e zitting van de Commissie inzake het recht van het kind met als doel:

  1. Erken Parental Alienation als geweld en misbruik van kinderen.
  2. Dwing artikel 18 af: … Beide ouders hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind.
  3. Elimineer dubbelzinnigheden in het verdrag door duidelijk en zonder enige twijfel te stellen dat een relatie tussen beide ouders en kinderen in het belang van het kind is.

Om het te verbieden, te voorkomen en kinderen te beschermen tegen misbruik, geweld en Parental Alienation gepleegd door gewetenloze vervreemdende ouders, rechtssystemen, Raden voor kinderbescherming en jeugdzorg, moet het voorbeeld van Brazilië worden gevolgd door de Verenigde Naties en alle landen van de wereld.

De president van Brazilië ondertekende op 26 augustus 2010 wet 12 318/10, die Parental Alienation definieert en strafbaar stelt.

Met vriendelijke groet,

 

Aan: Samantha Power, Verenigde Staten, ambassadeur bij de Verenigde Naties,

Sr Emilio Álvarez Icasa, Comisión Interamericana Derechos Humanos,

H.E. Alberto Pedro D’Allotto, de Verenigde Naties, Argentinië,

H.E. María Cristina Perceval, de Verenigde Naties, Argentinië,

H.E. Angelica C. Navarro Llanos, de Verenigde Naties, Bolivia,

H.E. Sacha Sergio Llorentty Soliz, de Verenigde Naties, Bolivia,

H.E. Antonio de Aguilar Patriota, de Verenigde Naties, Brazilië,

H.E. Xavier L asesor Mendoza, de Verenigde Naties, Ecuador,

H.E. Luis Gallegos Chiriboga, de Verenigde Naties, Ecuador,

H.E. Jim M klei, de Verenigde Naties, Nieuw-Zeeland,

H.E. Mark Lyall Grant, de Verenigde Naties, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

H.E. Harald Braun, de Verenigde Naties, Duitsland,

H.E. Motohide Yoshikawa, de Verenigde Naties, Japan,

H.E. Vitaly I.Churkin, de Verenigde Naties, Russische Federatie,

H.E. Gary Francis Quinlan, de Verenigde Naties, Australië,

H.E Fernando Arias, de Verenigde Naties, Spanje,

H.E. Hans Peter Wittig, de Verenigde Naties, Duitsland,

H.E. Gerard Araud, de Verenigde Naties, Frankrijk,

H.E. Carsten Staur, de Verenigde Naties, Denemarken,

Ban Ki-moon, de Verenigde Naties, de secretaris-generaal,

H.E. Jeremiah Nyamame Kingsley Mamabolo, de Verenigde Naties, Zuid-Afrika.

Aanvulling vermeld op de pagina

Er staat, in acht talen, op dezelfde pagina nog een aanvulling met een aanklacht tegen uithuisplaatsingen. Ook wordt als doel genoemd het behalen van financieel voordeel. Dit lijkt geschreven te zijn op een individuele situatie en mening:

Professionals in verschillende disciplines identificeren en definiëren Parental Alienation als een ernstige praktijk van een scheidende of gescheiden ouder tegen de andere ouder om de relatie van de andere ouder met zijn of haar kinderen te vernietigen. Dit wordt meestal gedaan met de bedoeling financiële voordelen voor de rechtbank te krijgen.

Sinds 1990, het jaar van de inwerkingtreding van het Verdrag voor de Rechten van het Kind, is een meer verderfelijke vorm van Parental Alienation mondiaal doorgedrongen. Ter uitvoering van de jaarlijkse resoluties voorgesteld door NGO’s aan het Comité voor de Rechten van het Kind, hebben staten en hun regeringen acties geïnitieerd en ontwikkeld en ouders aanhoudend vervolgd om ze te scheiden van hun kinderen. Die resoluties werden als vanzelfsprekend aangenomen en nooit betwist.

De Raden voor kinderbescherming halen harteloos kinderen uit hun thuis en weg bij hun ouders, grootouders en familie met de meest onredelijke en gruwelijke excuses om ze weg te geven aan pleeg- en adoptieouders.

Deze absurde wreedheid en brutaliteit moet nu stoppen!

Categories
Geen categorie

‘Het is in het belang van het kind contact te houden met beide ouders’ (staatssecretaris Teeven)

Op 14 mei 2014 was er een overleg van de Vaste (Tweede) Kamercommissie over vechtscheidingen. In oktober komt een vervolgoverlegTrams596-3

Iedereen is het eens over de wenselijkheid van de regierechter. Pilots in Groningen en Rotterdam worden in 2015 geëvalueerd in het kader van KEI (Kwaliteit en Innovatie rechtspraak). Alle leden zijn voor de inzet van de bijzondere curator.

Het woordelijke verslag is samengevat per deelnemer aan het overleg:

Mevrouw Ypma, PvdA:

  1. Ook de huisarts en scholen moeten letten op signalen van een vechtscheiding.
  2. Na 1 januari 2015, als de gemeenten met wijkteams en Centra Jeugd en Gezin verantwoordelijk zijn, zijn de lijnen korter.
  3. Verplichte mediation, positieve resultaten in Engeland en Noorwegen. Financiering eventueel via de rechtsbijstand. In Noorwegen is het aantal vechtscheidingen door verplichte mediation met 50 procent afgenomen.
  4. De meldcode kindermishandeling ook van toepassing op mediators en voor alle vormen van kindermishandeling.
  5. Kinderen willen de hoogtepunten en de dieptepunten met beide ouders blijven meemaken.
  6. Voorkeuren van kinderen moeten meegewogen. Natuurlijk wordt kinderen niet naar hun keuze gevraagd.
  7. Mensen met relatieproblemen kunnen nu vijf gesprekken bij het maatschappelijk werk krijgen.

Mevrouw Berndsen-Jansen, D66:

  1. Verplichte mediation is in strijd met de gedragscode van het Nederlands Instituut voor Mediation.
  2. Elkaar een hak zetten, zich ten koste van hun kinderen profileren en voortdurende ouderlijke ruzies blijken de grootste risicofactor voor de ontwikkeling van een kind. Op langere termijn leidt dat tot slecht hechten en moeite met het aangaan van relaties.

Mevrouw Kooiman, SP, gewezen gezinsvoogd:

  1. Een mediator kost 180 euro per uur. Hoe wordt dit gefinancierd? Kan mediation weer worden ondergebracht bij de al gefinancierde Centra voor Jeugd en Gezin of de Raad voor de Kinderbescherming, zoals dit was tot 2005? (‘retrogevoel’). En vroeg in het proces, niet pas bij de rechter. Eigen bijdragen van honderden euro’s voor lagere inkomens.
  2. Dat advocaten meer betaald krijgen bij nieuwe procedures dan het voorkomen ervan is een perverse prikkel.
  3. Ook een niet getrouwde of geregistreerde vader moet automatisch gezag krijgen bij de geboorte van een kind.
  4. De bezuinigingen op de rechtsbijstand maken de rechtsstaat kapot.

Mevrouw Van der Burg, VVD:

  1. Verplichte mediation; maximaal drie sessies.
  2. De regierechter houdt de ouders bij de eerste zitting al voor: het niet nakomen en traineren van afspraken/het mij voor de gek houden heeft consequenties. De omgangregeling wordt dan mogelijk omgebogen naar de andere ouder. De ouder die absoluut niet wil meewerken aan mediation krijgt misschien te maken met consequenties. Zo zorg je ervoor dat ouders met elkaar in gesprek gaan.
  3. Verplichte mediation heeft in de Scandinavische landen het aantal vechtscheidingen met ongeveer 50 procent doen dalen.
  4. Sancties zijn een belangrijk aspect bij het niet nakomen van de gemaakte afspraken, vaak door de verzorgende ouder.
  5. Het is een feit dat een rechterlijke uitspraak bij de vader wel hard wordt toegepast en bij de moeder niet. We moeten opletten dat sancties niet slechts bij één partij toepassen.
  6. Jeugdzorg zegt soms: ‘Het is een vechtscheiding, we doen niets.’ Dat is ongewenst. Of Jeugdzorg kiest op basis van de mening van één kant.
  7. Het is heel raar dat wij accepteren dat een ouder, vaak de verzorgende moeder, ermee wegkomt zich absoluut niet aan een uitspraak te houden. Het is in het belang van het kind dat dit zorgvuldig meegewogen wordt.
  8. Villa Pinedo laat zien hoe hartverscheurend een en ander kan zijn.
  9. Forensisch-medische expertise: onderzoek serieus een beschuldiging van seksueel misbruik of fysieke kindermishandeling. Door dit snel te onderzoeken kan deze angel uit een vechtscheiding worden gehaald en het uit de sfeer van elkaar beschuldigen halen.

De heer Voordewind, ChristenUnie:

  1. Preventie tegen (v)echtscheidingen is belangrijk.
  2. De staatssecretaris kan bij het Lorentzhuis nagaan welke competenties professionals moeten beschikken om vroeg te signaleren.
  3. Van één (regie)rechter zoals in Duitsland zijn wij groot voorstander.
  4. Dringt aan op het kijken naar sancties, waaronder ook het omkeren van de omgangsregeling.
  5. Heeft samen met onder andere de Universiteit Utrecht en een koepel van relatietherapeuten een manifest opgesteld. In 70 procent verbetert de relatie.
  6. Het zou goed zijn het belang van het recht van omgang met de andere partner [ouder] centraal te stellen

De heer Van der Staaij, SGP:

  1. Engeland heeft ervaring met e-Health voor relatieverbetering.
  2. Een vechtscheiding is hartverscheurend.
  3. Ook scheidingen die gladjes verlopen zijn voor kinderen diep ingrijpend.
  4. Het huidige systeem bevordert een juridisch gevecht, daarom mediation verplichten.
  5. Overweging 14 van de Europese mediationrichtlijn verhindert niet verplichte mediation. Als de toegang tot de rechter maar niet wordt belet.
  6. Er is al veel hulpaanbod.

Mevrouw Keijzer, CDA:

  1. Echtscheiding is een emotioneel mijnenveld.
  2. Pleitbezorger voor forensische mediation. Partijen moeten aan tafel. De forensische mediator doet aanbevelingen aan de rechter. De rechter kan dan zeggen: nu is het afgelopen, ik neem een besluit.
  3. Het niet houden aan omgangsregelingen treft vaak de vaders. Wordt het niet tijd daartegen op te treden?
  4. Als er geen sprake is van kindermishandeling of -misbruik is het nooit in het belang van het kind de omgang met een van beide ouders te onthouden. Ik ben het er niet mee eens dat het in het belang van het kind kan zijn dat het alleen bij één ouder verblijft. Ik vind dat onbestaanbaar, ook al gaat het om ogenschijnlijk normale vaders en moeders. Het effect op kinderen is desastreus en bovendien fnuikend voor het vertrouwen in de rechtsstaat.

Staatssecretaris V&J, de heer Teeven (VVD):

  1. Een vechtscheiding is een heel samenspel van factoren. Daarop hebben professionals simpelweg geen invloed.
  2. Ook minister Donner hield zich tien jaar geleden al met problemen in omgangszaken bezig.
  3. Ik wil wel aandringen tot mediation, maar mediation niet verplichten. Dat zou 17 tot 18 miljoen euro kosten. Dat geld is er niet. De rechtsbijstand kost al 85 miljoen.
  4. De mogelijkheden van een ouderschapsonderzoek door een forensische mediator kunnen we wellicht verbeteren.
  5. Om een perverse prikkel te vermijden kan – budgetneutraal – de gefinancierde vergoeding voor een advocaat worden verlaagd en de vergoeding voor mediation verhoogd.
  6. Een echtscheidingsverzoek waarbij geen sprake is van overeenstemming tussen partijen levert nu minder rechtsbijstandvergoeding op dan een verzoek op ‘tegenspraak’. Dit is ook een perverse prikkel. Het is zo vastgesteld vanwege de tijdsbesteding.
  7. We overwegen een termijn van twee jaar voor nazorg van de advocaat in te voeren om nieuwe procedures te voorkomen. In die periode kan/moet de advocaat opkomende strubbelingen proberen onderling op te lossen.
  8. Met mediation kan ook tijd worden verloren met betrekking tot een omgangsregeling.
  9. Als ouders het probleem niet als vechtscheiding herkennen is het moeilijk ze tot mediation te bewegen.
  10. Mediation in de vorm van ‘Raadsondersteuning’ door de Raad van de Kinderbescherming was er van 1998 tot 2005. Toen in 2005 mediation naast rechtspraak mogelijk werd is deze dienst gestopt. De RvdK heeft nu een ‘frontoffice’.
  11. We gaan onderzoeken en bespreken met de Raad voor de Rechtsbijstand en de vakgroep familierecht of standaard verwijzing van de rechter naar een mediator werkbaar is.
  12. Initiatiefwet V.d. Steur gaat over het regelen van mediation.
  13. Het ouderschapsplan is te formalistisch in plaats van inhoudelijk. Er zijn onderzoeken van het WODC en diverse universitaire projecten.
  14. De kwaliteit van de advocaat is belangrijk in het familierecht.
  15. Alleen gespecialiseerde advocaten kunnen toegevoegd worden. Een belangrijke voorwaarde is zich houden aan de gedragscode (met name artikel 4).
  16. Als het gezamenlijk inkomen als grondslag voor al of niet toevoeging gaat gelden, kan een partij een lening afsluiten ter financiering van het echtscheidingsproces.
  17. Het doel van ondertoezichtstelling (ots) is het wegnemen van ontwikkelingsbedreiging voor kinderen.
  18. Als het Volkskrant-artikel van 13 mei 2014 [over de vechtscheiding om ‘Bram’) maar voor de helft waar is, is het de ultieme bevestiging dat het expliciet zo niet moet.
  19. Jeugdzorginstanties zijn geen echtscheidingspolitie die elke beschuldiging nagaat. Rapporten moet echter wel feitelijk onderbouwd zijn en er moet duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen feiten en meningen en veronderstellingen.
  20. Het is een belang van het kind contact te houden met beide ouders.
  21. Er komt een internationale expertmeeting over vechtscheidingen.
  22. De staatscommissie Herijking ouderschap buigt zich ook over de vraag of een vader bij de geboorte van een kind automatisch gezag moet krijgen.
  23. Het omdraaien van het gezag of het toekennen van eenhoofdig gezag bij omgangsproblemen is een beslissing van de rechter. Het kabinet treedt daar niet in.
  24. Het kabinet gaat kijken naar gevallen waarin rechterlijke beslissingen in het familierecht niet worden gerespecteerd. We gaan dit ook bespreken met de Raad voor de rechtspraak en met vooraanstaande rechters in het kinderrecht en het familierecht in het algemeen. Wij krijgen tot nu toe het antwoord dat het in het belang van het kind kan zijn niet te handhaven. We gaan ook kijken hoe hier in andere landen door rechters mee omgegaan wordt en dit nog nadrukkelijker bespreken met de voorzitters van familiekamers.
  25. Het omgangsrecht van gedetineerde ouders wordt beknot.
  26. Een bijzondere curator is er voor problemen tussen een kind en een ouder, niet bij problemen tussen ouders. Er zijn dan plotseling drie partijen in een echtscheidingsprocedure.
  27. De werkgroep bijzondere curator heeft het proces rond een benoeming omschreven.
  28. Er is spanning tussen de meldcode voor mediators en hun geheimhouding. We zullen dit bekijken in het kader van het initiatief wetsvoorstel Van der Steur.
  29. Ik ga met de Raad voor de rechtspraak in gesprek over het recht van omgang met de andere partner [ouder].

Staatssecretaris VWS, de heer Van Rijn (PvdA):

  1. Vechtscheidingen geven later opvoedingsproblemen en psychische en relatieproblemen.
  2. Ik werd getroffen door het voortdurende loyaliteitsconflict dat de kinderen van Villa Pinedo aantonen.
  3. Verbetering vraagt naast bewustwording ook maatregelen van professionals.
  4. ZonMw doet onderzoek naar het aanbod van hulp.
  5. De methodiek van het Lorentzhuis oogst veel lof. Ik laat die beschrijven.
  6. Ik hoop de richtlijn ‘scheiding’ van het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht begin 2015 te ontvangen.
  7. Gemeenten tonen veel belangstelling voor omgangsvoorzieningen.
  8. De meldcode [kindermishandeling] betreft ook geestelijke mishandeling.
  9. Ook scholen hebben een rol bij het signaleren. Ik wil bespreken de online workshop van Villa Pinedo om te bouwen/te gebruiken voor leerkrachten.
  10. Het AMK moet altijd serieus onderzoek doen naar de veiligheid van het kind, maar moet zich niet laten meesleuren in de strijd van twee ouders.
  11. Een verstoord huwelijk of relatie is in principe geen stoornis waar verzekerde zorg voor geldt.

Vet betekent het belangrijkste punt van de deelnemer.

Categories
Geen categorie

Blijf schrijven en ga naar sportwedstrijden

fotoklimmendmeisje20120717142013

Veel te weinig wordt er met (jong)volwassenen gesproken die ouderverstoting hebben ervaren. Toch kan dit interessante inzichten opleveren. Andrew wilde vanwege een vechtscheiding twaalf jaar niets met zijn moeder te maken hebben. Hij vond het wel leuk toen zijn moeder in die periode stiekem bij een toernooi kwam kijken. Hij zei niets tegen haar, maar zag uit een ooghoek dat zij er was. Jeugdzorg adviseerde Wilma Dol – die geen contact heeft met haar dochters – niet naar hun hockeywedstrijden te gaan. Ze doet het toch en haar dochters vinden het steeds normaler.

Op blogtalkradio heeft Jill Egizii de radioblog Family Matters. Op donderdag 22 mei 2014 interviewt zij Andrew Folker over de campagne ‘Bringing Jacob home’ (zie kader). Doel is om het contact tussen Andrew, zijn broer William en hun vader met hun halfbroer te herstellen. De stiefmoeder wil dat niet. Andrew en William hebben extra reden om boos op de stiefmoeder te zijn. Door haar hebben zij twaalf jaar geen contact gehad met hun moeder. Jammer is dat alleen de stiefmoeder de schuld van ouderverstoting wordt gegeven en aan de rol van de vader geen aandacht wordt besteed.

Tips voor verstoten ouders

In dit uitgebreide interview vertelt Andrew hoe de ouderverstoting begon en zich ontwikkelde. Ontroerend is zijn verhaal over hoe het contact met zijn moeder werd hersteld. Luisteraars mochten ook bellen met vragen. Een beller vroeg wat je kunt doen als verstoten moeder om kinderen milder te stemmen. Daar had Andrew geen antwoord op, maar hij wilde wel vertellen wat zijn moeder goed had gedaan. Zo vertelde hij dat hij het toch leuk vond dat zijn moeder naar een wedstrijd kwam kijken – ondanks het feit dat hij toen steeds zei dat hij zijn moeder niet wilde zien. Hij sprak niet met haar, maar vanuit zijn ooghoek zag hij dat zij er was. Andere tip van Andrew: blijf schrijven en kaarten sturen. ‘Ook al las ik 90 procent niet, ik vond het toch fijn.’ En hij was vooral aangenaam verrast dat zijn moeder alle jaren voor hem was blijven sparen. Met dit geld kon hij een studie beginnen.

‘Ik blijf naar de hockey gaan’

Wilma Dol zit in dezelfde situatie als de moeder van Andrew. Ook haar dochters worden bij haar weggehouden. Iedere week gaat zij naar hun hockeywedstrijden kijken. Jeugdzorg was er eerst op tegen omdat vader aangaf dat het niet goed zou zijn voor de dochters. De Raad van de Kinderbescherming adviseerde zelfs dat Wilma en haar dochters nog een jaar geen contact moeten hebben– zij hebben rust nodig. ‘Terwijl onze band juist altijd zo goed was.’ In het begin ging Wilma niet kijken. ‘Later dacht ik “Dat is niet goed, mijn kinderen moeten weten dat ik er altijd voor ze ben”. Dus ga ik sinds enkele maanden gewoon naar iedere wedstrijd toe. Ik zie mijn dochters stiekem naar mij kijken en ze vinden het steeds normaler worden.’ Jeugdzorg is inmiddels ook op de hoogte. ‘Het is een jongen van dertig die eigenlijk niet weet wat ouderverstoting is en hoe je moet handelen.’ Een mooi moment was toen Wilma, die jarenlang zelf hockey speelde, naast het doel stond. ‘Mijn dochter naderde en ik riep “Ga het doel in.” Haar coach zei het tegenovergestelde. Ze luisterde naar mij en scoorde. Even hadden we toen oogcontact in de trant van: zo doen wij dat.’ Een van haar dochters werd onlangs kampioen. ‘Net als andere ouders ben ik het veld opgegaan en heb foto’s gemaakt. Je kon zien dat mijn dochter het eigenlijk niet zo vreemd vond.’

Het hele interview met Andrew is te vinden op: http://www.blogtalkradio.com/syndicatednews/2014/05/21/bring-jacob-home

‘Bringing Jacob home’

The Campaign for Jacob is a movement started by Phillip Folker, his sons William and Andrew in an attempt to gain support from friends and others who are victims to Parental Alienation. Jacob, his youngest son is being alienated from his father and brothers . On May 23rd, 2013, William, and Andrew moved back to the United States from Singapore to leave the abusive environment created by the children’s step mother, Gloria. They could not take Jacob with them. The Hague treaty did not allow it as it states that both parent’s consent is necessary for a child to leave international borders. Jacob has been completely isolated from his family by Gloria. The Campaign for Jacob was initiated to attempt to create a media platform to enable communication with Jacob, one that could not be taken away from him. The goal is to develop strong consistent communication with Jacob combined with annual visits here in the USA with Jacob. Jacob’s father and brothers want him to know that he is loved, wanted and that he was never abandoned by them.

 

Categories
Geen categorie

‘Voorstellen Teeven en Van Rijn gemiste kans’

Interview met de advocaten Weegberg en Prinsen

Binnenkort buigt de Kamer zich over het uitvoeringsplan ‘Verbeter situatie kinderen in een “vechtscheiding”. Twee advocaten die zich al jarenlang met het herstellen van omgangsregelingen beziggehouden – mr. Jan van Weegberg en mr.ir. Peter Prinsen – vinden het plan een gemiste kans. Van Weegberg: ‘Deze plannen gaan niet helpen. De situatie blijft: als een van de ouders zich niet aan de afspraken houdt, gebeurt er niets.’

Bijna tegelijkertijd verschenen er twee overheidspublicaties over het onderwerp vechtscheidingen. Eerst het rapport van de Kinderombudsman Marc Dullaert op 31 maart 2014, gevolgd door het uitvoeringsplan ‘Verbeter situatie kinderen in een “vechtscheiding”’ van de staatsecretarissen Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) en Martin van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). In grote lijnen komen de conclusies op hetzelfde neer: vechtscheidingen zijn de schuld van de ouders en hulpverlening is nodig om hen te leren zich beter te gedragen. De samenstellers maken er melding van met veel professionals, ouders en bestuurders te hebben gepraat. Jan van Weegberg van Wigman, Sardjoe en Van Weegberg Advocaten is ruim vijftien jaar bijna exclusief betrokken bij omgangszaken. Voor het rapport van de Kinderombudsman is niet met hem gesproken. ‘Ik had dan de ambtenaren, onderzoekers en de Kinderombudsman gevraagd om eens een paar keer mee te gaan naar de rechtbank.’ Peter Prinsen houdt zich al decennia bezig met het familierecht. Jarenlang werkte hij als advocaat en nu buigt hij zich meer over de rechtsfilosofische kant van het recht.

Daadkrachtige rechter

Erg blij worden Van Weegberg en Prinsen niet van de plannen van de staatssecretarissen. Van Weegberg: ‘Het is meer van hetzelfde. Nog meer hulpverlening in de vorm van voorlichting, mediation, een kindercurator en therapieën.’ De lastigste gevallen binnen de scheidingsproblematiek – ouders die het omgangsrecht van een ander frustreren – worden hiermee niet mee opgelost, meent Van Weegberg. ‘In feite is de oplossing niet zo moeilijk. Ondertussen is iedereen het erover eens dat het in het belang van kinderen is dat zij contact hebben met beide ouders. Zet er dan een sanctie op als een van de ouders de omgangsregeling saboteert. Dat gebeurt niet.’ Wel worden er allerlei therapieën en mediation aangereikt voor de gebrouilleerde ex-en. Van Weegberg: ‘Mijn ervaring is dat hulpverlening er meestal in resulteert – of ingezet wordt – om herstel van de omgangsregeling uit te stellen, te traineren. Hulpverlening is zelden in het belang van het kind en de ouder die zijn of haar kinderen niet ziet.’ Ook verplichte mediation kan op weinig bijval rekenen van Van Weegberg. ‘Mediation is afkomstig uit het arbeidsrecht. Lossen een werknemer en werkgever hun conflict niet op, dan beslist de rechter. Die stok achter de deur ontbreekt nog steeds in het familierecht. Frustreert de verzorgende ouder de mediation, dan gebeurt er niets.’ Alleen forensische mediation zou kunnen helpen volgens Van Weegberg. Hierbij wordt een verslag bijgehouden van de mediation en er wordt gerapporteerd aan de rechter. ‘Wel is dan een daadkrachtige rechter nodig, die bij het voortdurend frustreren van de omgang door de verzorgende ouder de hoofdverblijfplaats aan de andere ouder toewijst.’

Ordemaatregelen

Ook Prinsen ziet weinig heil in de voorstellen van Teeven en Van Rijn. ‘de sector is volledig verslaafd aan het geven van hulp. Ook al werkt het niet.’ Hij vindt dat de overheid meer ‘outside the box’ had moeten denken. ‘Bijvoorbeeld door eens naar zichzelf te kijken en zich serieus de vraag te stellen: wat doen wij fout, op welke manier draagt de rechtspraak bij aan het ontstaan van vechtscheidingen? Met als treurig resultaat dat duizenden kinderen een van hun ouders niet zien.’ Bij het vinden van het antwoord kan Prinsen zeker helpen. ‘Wat gebeurt er als het familierecht zijn intrede doet in het leven van ouders? Direct hangt er een zwaard van Damocles boven hun hoofd. Zij kunnen namelijk hun kind verliezen. De ouders zijn vooral bezig de rechter en de hulpverlening ervan te overtuigen dat zij veel belangrijker zijn voor hun kind dan de andere ouder. En dan begint het gevecht, omdat iedere ouder doodsbang is het kind kwijt te raken.’ De grootste fout die in de rechtszaal wordt gemaakt, is de manier waarop het belang van het kind centraal staat. Het leidt ertoe dat ter discussie staat of iemand wel of niet een goede ouder is en of er wel of niet omgang moet plaatsvinden Prinsen: ‘Een debat over het belang van het kind leidt haast onvermijdelijk tot een twist het belang van het kind. Het echte belang van het kind – vrede tussen de ouders – gaat dan jammerlijk verloren.’ Prinsen vindt dat afspraken over de zorgregeling geen verkapte kinderbeschermingsmaatregel mag zijn. Hij vindt dat het een ordemaatregel behoort te zijn. Prinsen: ‘Omgang is er per definitie. De tijdsbesteding van eenieder wordt naast elkaar gelegd. En zo wordt de gezamenlijke verzorging van de kinderen bepaald. Er wordt bij de rechter niet bediscussieerd of de ouders goede ouders zijn en of zij hun kind wel of niet mogen zien. Hiermee haal je de angel uit het gevecht. Er worden alleen waardevrije thema’s besproken, zeg maar agendakwesties. Probeert een van de ouders zich nadrukkelijk te profileren als sterk met het kind verbonden dan moet dat onmiddellijk door de rechter worden afgekapt als zijnde vanzelfsprekend en niet aan de orde. Daarmee voorkom je dat de andere ouder dat probeert te overtreffen en waarmee een polarisatiespiraal zou worden geïnitieerd.’

Handhaven

Zowel Prinsen als Van Weegberg vindt het hoog tijd dat er nu anders geacteerd gaat worden door overheid en hulpverlening. Het uitvoeringsplan van de staatssecretarissen biedt in dat opzicht weinig hoop. Prinsen: ‘Ik zou graag een wetenschappelijk rechtspsychologisch onderzoek zien met als onderwerp: hoe draagt de huidige wetgeving bij aan het verschijnsel vechtscheidingen? Alleen gaat daar geen geld naartoe.’ Op papier zijn de rechten van ouders al redelijk goed vastgelegd. De situatie zou al snel aanzienlijk kunnen verbeteren als de wet wordt gehandhaafd. Eist Teeven dat direct wordt ingegrepen bij het niet nakomen van een omgangsregeling, dan zou het Van Rijn heel veel geld aan hulpverlening besparen. Van Weegberg: ‘Er zijn altijd ouders die (even) niet redelijk zijn. Nu blijft het nog steeds zo: als een van de ouders het omgangsrecht niet nakomt, gebeurt er niets. Het kind is niet geholpen en de problemen worden niet opgelost. Levenslange trauma’s zijn geboren.’

Categories
Geen categorie

‘Ouderverstoting noem ik niet’, interview met familierechtadvocaat Jan van Weegberg

In de gepubliceerde uitspraken van het Nederlands familierecht valt het woord ‘ouderverstoting’ bijna nooit. Ook niet bij advocaten. Als het genoemd wordt, is het in de beoordeling van de rechter. Advocaat Jan van Weegberg vermijdt het woord ‘ouderverstoting’om te voorkomen dat herstel van omgang wordt vertraagd.

Dia1
‘Ouderverstoting’ (of Parental Alienation) komt 22 keer voor in gepubliceerde uitspraken.

Niet alle uitspraken van de familierechter zijn gepubliceerd. Waar dat wel het geval is, heeft PASsage voor de periode 2003-2013 bekeken hoe vaak het woord ‘ouderverstoting’ wordt genoemd. Heel zelden is de conclusie: in totaal maar 22 keer. Opvallend is dat het in 2012 het meest ter sprake kwam (zeven keer), terwijl het in 2013 terugzakte tot nog slechts één keer.

Nog opvallender is dat het vooral de rechters waren die wezen op het probleem van ouderverstoting. Andere partijen, zoals Jeugdzorg, de Raad van Kinderbescherming en advocaten, brengen het (bijna) nooit naar voren.

Vertraging vermijden

Jan van Weegberg is advocaat bij Wigman Sardjoe & Van Weegberg Advocaten, een Haags advocatenkantoor gevestigd achter de rechtbank. Dit kantoor heeft zich gespecialiseerd in familierecht en vooral omgangszaken. De advocaten staan veel cliënten bij die bijvoorbeeld via de stichting Dwaze Vaders komen. Van Weegberg kent het verschijnsel ouderverstoting. ‘Ook in de rapporten van de Raad van Kinderbescherming wordt het wel genoemd.’ Toch noemt hij heel bewust ouderverstoting  nooit bij de rechtszaken en zeker niet bij verzoeken tot voorlopige voorzieningen of in een kort geding. Het is een praktische keuze aldus Van Weegberg. ‘Het wordt door de verzorgende ouder, meestal de moeder, aangegrepen om het herstel of uitbreiding van de omgang nog meer te vertragen. Of er kan een discussie ontstaan over een contra-indicatie voor omgang, die niet in het belang van de niet-verzorgende ouder  is. Ik wil graag zo snel mogelijk een fatsoenlijke omgangsregeling voor de vader oftewel de niet-verzorgende ouder.’

Doortastend optreden rechters nodig

Het verschijnsel van ouderverstoting herkent Van Weegberg wel. ‘Als de moeder op woensdag begint te zeggen “Het komende weekend moet je weer naar die klootzak toe” en dit op donderdag en vrijdag herhaalt, dan ben ik niet verbaasd als een kind op zaterdag zegt: “Ik wil niet met die klootzak mee.”’

Van Weegberg vindt het ook niet nodig om ouderverstoting te bewijzen. ‘Het feit dat een goedwillende ouder en een kind geen contact hebben, staat voor mij, net als voor vele anderen, gelijk aan kindermishandeling. Het is voldoende aangetoond dat zo’n situatie niet goed is voor een kind. Ik richt mij daarom op het onmiddellijke herstel van de omgang tussen kind en ouder. In een psychologische discussie of er wel of niet sprake is van ouderverstoting wil ik niet verzeild raken. Dat is mij te academisch.’

Liever ziet Van Weegberg dat rechters doortastend optreden als een ouder een kind niet mag zien. Dat is: wijziging van de gezagssituatie of het hoofdverblijf als de omgang niet wordt nagekomen. ‘Een ouder die deze sanctie boven het hoofd hangt, zal snel geneigd zijn weer mee te werken aan een omgangsregeling. Ik zie daar meer in dan in het aantonen van ouderverstoting.’

Categories
Geen categorie

HerVerbinden 25 april 2014, Amsterdam (Congres)

9:00 Ontvangst

9:30-9:45 Welkom – HerVerbinden 2014
Frénk van der Linden
frenkvdlinden hires03-150px

Erik van der WaalEvdWaalWaarom HerVerbinden?
9:45-10:25 Joep ZanderJoepZanderOudervervreemding & Ouderverstoting

10:30-11:15 Erik GerritsenErikGerritsen / Miriam Seegers, Stappenplan Vechtscheiding (BJAA)

11:15-11:50 Justine van LawickJustine-van-Lawick-LorentzhLorentszhuis

11:50-12:05 Intermezzo

12:05-12:15 Wilma DolWDWat ik graag had willen delen …

12:15-13:15 LUNCH

13:15-14:00 (10min Q&A)
Marsha PinedoMarsha-Pinedo (+ Jongere), Villa Pinedo

14:00-15:00 Steven PontSteven-PontDe Duivelsdriehoek

15:00-15:30 Pauze

15:30-16:15 KIES – Kinderen In Echtscheidings Situaties, Eigen Kracht – Regie in eigen hand, Innovatie in Jeugdzorg

16:15-17:00 Forum / Debat, Samen nieuwe inzichten/aanpak vinden. Welke hoofdpunten hoe te veranderen? Perspectief ?

Samenvatting – Afsluitingfrenkvdlinden hires03-150px

17:00-18:00 Borrel met hapje

Inschrijven

Categories
Geen categorie

Victims of another war: the aftermath of parental alienation

Drie veertigers praten in deze documentaire van Glen Gebhard over hun ouderverstoting. Vele jaren zagen zij hun vader of moeder niet. Cecilia, Tony en Thomas vertellen over de scheiding, de ouderverstoting waar zij steeds meer passief/actief aan gingen deelnemen aangezet door de ouder waarbij zij verbleven, de frustratie toen zij ontdekten voorgelogen te zijn en hoe de ouderverstoting hen aanzienlijk heeft beschadigd. De documentaire is in het Engels. PASsage heeft er een korte impressie van gemaakt. Het zou goed zijn deze documentaire onder de aandacht te brengen van rechters, hulpverleners, advocaten, ouders maar ook kinderen die hun ouders niet zien.

‘Mijn vader vertelde steeds dat mijn moeder niets van mij wilde weten’

Cecilia is de dochter van een Amerikaanse vader en Noorse moeder. Zij was vier toen haar vader haar ontvoerde naar Amerika en al het contact met haar moeder werd verbroken. Ze vroeg in het begin regelmatig naar haar. ‘Ik kreeg te horen dat mijn moeder een slechte vrouw was die niets meer van mij wilde weten.’
Tony is de zoon van een Mexicaans moeder en een Amerikaanse vader. Toen hij tien jaar was, gingen zijn ouders uit elkaar. Vanaf dat moment stelde zijn moeder alles in het werk om te zorgen dat de vader zijn kinderen niet meer te zien kreeg. ‘Ik durfde gewoon niet te vragen of ik mijn vader mocht zien, omdat mijn moeder dan steeds boos werd.’
Thomas is de zoon van een Schotse moeder en Amerikaanse vader. Als hij tien jaar is, wordt hij door zijn grootmoeder en moeder met zijn broer meegenomen naar Schotland. ‘Mijn grootmoeder vertelde steeds hoe gevaarlijk mijn vader was – hij wilde mij doden – en dat wij daarom weg moesten. Ik was boos op mijn vader, omdat ik hem de schuld gaf dat wij weg moesten.’

‘Ik was geen kind voor mijn moeder, maar een wapen’

Cecilia vertelt hoe zij door de verhalen van haar vader steeds meer een hekel aan haar moeder kreeg. Hij had alle tijd voor deze kwaadsprekerij, want haar moeder zag zij toch niet. ’Ik kon het woord “moeder” niet zeggen zonder dat hij kwaad of overstuur werd. En ik gaf dan weer mijn moeder de schuld dat hij boos werd. Toen ik zes was had zij ons opgespoord en begon ze een rechtszaak. Midden in de nacht zijn wij “gevlucht”. Mijn vader was ik dankbaar dat hij zoveel voor mij deed om mij tegen die vreselijke moeder te beschermen.’
Ook de moeder van Tony deed alles om zijn vader bij hen weg te houden. ‘Haar doel was mijn vader te straffen door ervoor te zorgen dat wij hem niet meer wilden zien. Wij waren haar wapens in die strijd, ongeacht wat het voor ons betekende.’
Thomas geloofde alle vreselijke verhalen over zijn vader die zijn moeder en grootmoeder vertelden. ’Je vertrouwt je moeder en oma. Toen mijn vader naar Schotland kwam om in contact met ons te komen, verstopten wij ons op een camping. Wij dachten dat wij vluchtten voor een vreselijke en gevaarlijke man. Ik was geen eigen kind voor mijn moeder, maar een wapen.’

‘Het is heel pijnlijk te beseffen dat mijn vader loog over mijn moeder’

Alle drie vinden zij dat zij beschadigd zijn door de ouderverstoting. Tony heeft moeite met relaties. ‘Ik ben mij ervan bewust dat mensen van wie je houdt, je net zo makkelijk kunnen kwetsen en gebruiken. Het is moeilijk iemand te vertrouwen. Mijn moeder is succesvol geweest in het opzetten van ons tegen onze vader, maar uiteindelijk heeft het ons allemaal beschadigd: wij als kinderen, mijn vader en haarzelf.’
Thomas ziet zijn moeder nu niet meer, maar zijn vader is ook een vreemde. ‘Ik ben onzeker, heb weinig zelfvertrouwen en ik heb het gevoel dat ik nergens bij hoor.’
Cecilia moest toen zij volwassen werd haar perceptie van haar jeugd en haar moeder bijstellen. ‘Ik dacht dat mijn vader alles had opgeofferd om mij te beschermen tegen mijn vreselijke moeder. Toen ik begreep dat zij geen monster is, heeft het veel pijn en ellende gekost om te accepteren dat het anders was dan ik als kind had gedacht.’

Victims (1)

 

Categories
Geen categorie

Nieuwe richtlijn ‘scheiding’ voor de hulpverlening besteedt aandacht aan loyaliteitsconflicten

Loyaliteitsconflicten bij kinderen in een echtscheiding komen nadrukkelijk op de agenda bij de hulpverlening. Een deel van de kinderen ‘lost dit op’ door een van de ouders te verstoten. Onlangs ontwikkelde het Nederlands Jeugdinstituut de richtlijn Scheiding en problemen van kinderen (zeg maar ‘vechtscheidingen’) met aanbevelingen voor de hulpverlening. PASsage maakte hiervan een korte samenvatting. De volledige richtlijn kunt u hier bekijken.

20120726173031richtlijnvechtscheiding

Richtlijn Scheiding en problemen van kinderen¹:

 

De richtlijn stelt onomwonden dat een kind van beide ouders moet kunnen houden. Erkend wordt dat kinderen altijd loyaal willen blijven. De kwaliteit van het contact met de ouders vinden de samenstellers belangrijker dan de frequentie. Voor gezonde hechting is het wel belangrijk dat bij een jonger kind het contact met beide ouders frequenter is. En het stopzetten van het contact mag slechts een tijdelijke maatregel zijn, hoogstens als het belang van het kind dit werkelijk vereist.

Een lastige situatie is om dit contact te realiseren als de focus van een stel op hun scheiding ligt en niet op het belang van het kind. Als ouder scheid je echter niet, vinden de samenstellers. De partner- en ouderrol moeten worden ontvlochten. Alleen verloopt dat niet altijd probleemloos. Het rapport raadt hulpverleners aan alert te zijn op de volgende risicofactoren voor problematische scheidingen:

– huiselijk geweld
– oorlogsvoering tussen ouders, conflicten
– een instabiele inwonende ouder (in mindere mate: een instabiele uitwonende ouder)
– slechte band met de inwonende ouder (in mindere mate: een slechte band met de uitwonende ouder)

Loyaliteitsconflict

Hulpverleners moeten er alert op zijn dat in de problematische scheiding kinderen al snel in een loyaliteitsconflict terechtkomen. Aan de hand van de hieronder staande vragen kan gemeten worden of er sprake is van een loyaliteitsconflict.

– Heb je vaak het gevoel dat je tussen je beide ouders in staat?
– Voelt het alsof je moet kiezen tussen je beide ouders?
– Spreekt het kind of de jongere alleen maar zeer negatief over de uitwonende ouder?
– Was de band met de uitwonende ouder voor de scheiding goed?

Moeten kiezen is voor een kind of een jongere een hopeloze opgave, constateren de samenstellers van de richtlijn. Kinderen zullen proberen te schipperen. Uiteindelijk zoekt het kind/de jongere een uitweg uit de vijandige sfeer. Hij/zij kiest toch en zegt: ‘Ik wil mijn vader/moeder niet meer zien.’

Passage3kader
Weinig kennis bij hulpverleners en scholen

Geconstateerd wordt dat hulpverleners en scholen weinig kennis hebben over de gevolgen van scheiding. Vraag bij het eerste contact ook altijd naar de ouderlijke situatie/conflicten en de risicofactoren daarbij. Unaniem zijn experts van mening dat scheidingssituaties bijzondere aandacht, ook voor de ouders, behoeven. Het heeft prioriteit conflicten te voorkomen of te verminderen. Scheidingskinderen moeten worden opgenomen in de verwijsindex Risicojongeren.

Andere suggesties uit de richtlijn zijn:

– Zorg dat problemen kunnen worden herkend en gedefinieerd, zoals loyaliteitsproblemen, oudervervreemding en ouderverstoting.
– Denk na over de keuze voor een contact/omgangsregeling (hulpverleners gaan hier niet over, maar adviseren soms wel). Houd daarbij rekening met de gezinssituatie voor de scheiding.

Nagedacht moet worden over:

– Wat is preventie en interventie bij problemen bij scheiding.
– Hoe kan iedereen samenwerken, inclusief advocaten, rechters en school.

Regie bij de ouders

De richtlijn wijst erop dat de jeugdzorg primair de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de kinderen/jongeren en hun opvoeders stimuleert. Gedragswetenschappers hebben een ondersteunende functie. Als uitgangspunt geldt dat de voorkeuren, de regie, van de ouders en de kinderen en jongeren worden gevolgd, maar ze dienen wel mee te werken (een beetje tegengestelde instructie – PASsage). Van de richtlijn kan gemotiveerd afgeweken worden als dat nodig is.

Bewezen interventies

KIES, Y(J)es!² (Het Zwolsche Brugproject) en CODIP³ zijn bewezen interventies voor scheidingskinderen. Voor scheidende ouders zijn in Nederland nog geen bewezen interventies, dat wil zeggen therapie. Het Australische Triple P-Transitions is in Australie positief geëvalueerd. In het buitenland zijn ook positieve ervaringen met omgangsbegeleiding om ouders tot afspraken te laten komen. De helft van de afspraken is een jaar later nog intact. Als relatietherapie zijn in het buitenland de beste ervaringen opgedaan met EFT (Emotionally Focused Therapy). Voor interventies bij licht verstandelijk beperkten is er nog aanvullend de Richtlijn Effectieve Interventies LVB. Het betrekken van het netwerk speelt hierin een belangrijke rol. KIES heeft ervaring met licht verstandelijk beperkten.

noten:
[1] De psychologen, pedagogen en maatschappelijk werkers en onderzoekers hebben in opdracht van VWS een richtlijn Scheiding en problemen van kinderen – zeg maar ‘vechtscheidingen’ – gemaakt.
[2] Jij En Scheiden.
[3] Children of Divorce Intervention Program. in Nederland: Dappere Dino’s.

 

Categories
Geen categorie

Hoge Raad: Nederland moet beter zijn best doen voor omgang

Hoge_raad_gebouw_lange_voorhout

Op 17 januari 2014 kwam de Hoge Raad met een opvallende uitspraak. Rechters moeten zich meer inzetten om het recht op omgang gerealiseerd te krijgen. In deze zaak hadden rechtbank en hof uiteindelijk – met tegenzin – besloten geen omgangsregeling vast te stellen omdat de moeder niet wilde meewerken. De rechter had zich actiever moeten opstellen vond de Raad. Niet alle mogelijkheden voor herstel tot omgang waren benut. Kosten voor de moeder: 2554 euro.

Positieve ontwikkeling

De advocaat van de vader Jan van Weegberg vindt het een positieve ontwikkeling. ‘Het is een oproep aan rechters om beter hun best te doen om te zorgen dat een omgangsregeling wordt nageleefd. Er zijn al goede gerechtshoven die stellen: wat is er nodig om omgang te realiseren? Andere rechters stellen nog: “één partij wil niet, dus dan houdt het op”. Deze groep wordt met de uitspraak van de Hoge Raad opgeroepen zich meer in te spannen om het recht op familieleven (art. 8 EVRM) invulling te geven.’
In dit geval had er nog forensische mediation (RvdK of een ‘deskundigenbericht’; een rapport van een deskundige al of niet na een poging tot mediation) kunnen worden bevolen. In de uitspraak wordt verwezen naar een procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
De zaak waarover de Hoge Raad zich uitsprak in de beschikking op 17 januari 2014 is een duidelijke zaak van een tegenwerkende ouder ten opzichte van het goeddeels welwillende ouder, die uiteindelijk met lege handen staat. Het uitspraak van de Hoge Raad wijst er op dat zij nu vinden dat het recht van het kind en de ouders om omgang met elkaar te hebben geen dode letter mag zijn.