Categories
Geen categorie

‘Liever ouders die ruzie maken dan dat je een van hen nooit meer ziet’

Katja van Kooij was dertien jaar toen haar vader het huis verliet. Ze heeft daarna geweigerd contact met hem te hebben. ‘Door de negatieve verhalen van mijn moeder was ik ervan overtuigd dat hij echt niet deugde.’ Nu kijkt Katja daar heel anders tegenaan, maar helaas is haar vader ondertussen overleden. ‘Achteraf vind ik het vreselijk dat niemand mijn moeder afremde en ervoor zorgde dat wij contact met onze vader konden houden. Je kunt beter ouders hebben die ruzie maken dan dat een van hen helemaal uit je leven verdwijnt.’

Daughter holds the hand of the father

Haar ouders hadden geen gemakkelijk huwelijk, herinnert Katja van Kooij (57) zich. Zowel haar vader als haar moeder hield wel van een borrel en als zij er samen teveel op hadden, ontstonden er regelmatig ruzies. ‘Mijn vader ging af en toe een tijdje weg, maar kwam steeds terug.’ Zij was dertien jaar, haar zusje zeven, toen haar vader weer het huis verliet. Katja rekende erop dat hij ook deze keer weer terugkwam, maar dat gebeurde niet. Ze heeft zelfs nooit meer contact met haar vader gehad. Nu kan het niet meer. Hij is overleden.

Eén front

Je zou kunnen zeggen: het is haar eigen keuze geweest dat zij nooit meer contact met haar vader had. Katja hield inderdaad jarenlang vol dat zij hem niet wilde zien. Of het echt haar eigen keuze was, is zij het laatste jaar sterk gaan betwijfelen. Zij was de oudste en moest steeds de verhalen van haar moeder aanhoren over de scheiding. ‘Steeds weer vertelde zij mij dat mijn vader een dronkaard was, niet deugde en andere vrouwen had. Je gaat dat toch geloven, want niemand sprak mijn moeder tegen.’ Katja was ook zelf boos op haar vader. ‘Hij had mij alleen gelaten met een moeder met wie ik het eigenlijk niet kon vinden.’

Haar moeders familie vormde een gesloten front met haar moeder. Als Katja weleens iets vroeg over haar vader, liep zij tegen een muur aan van afkeurend zwijgen. ‘Zij wilden niet over hem praten, omdat hij “ons Mien” volgens hen slecht had behandeld. In de jaren zeventig was scheiden nog een schande in het zuiden en mijn vader werd als de schuldige gezien. Mijn moeder was heilig in hun ogen.’

Vader genegeerd

Op een dag stond haar vader bij school te wachten. Haar zusje ging naar hem toe. Katja niet. ‘Waarom ik dat niet deed, weet ik niet. Ergens wilde ik hem wel zien, maar door al die verhalen van mijn moeder was ik bang, verward, boos en wist niet wat ik moest doen.’

Haar moeder wilde absoluut niet dat er contact was tussen vader en hun dochters. Haar vader nam haar zusje mee om een ijsje te eten en toen kwamen ze de buurvrouw tegen. ‘Zij belde direct mijn moeder en die belde de politie. Mijn zusje moest direct mee naar huis. Op een bepaald moment liet mijn moeder zich ook ontvallen dat “ervoor was gezorgd dat hij een straatverbod kreeg”. Niemand stopte mijn moeder in haar haatcampagne tegen mijn vader.’

De grote vraag is waarom haar moeder zo tegen het contact was tussen de zussen en hun vader. Katja vindt het lastig om hier precies de vinger op te leggen. ‘Uit een soort rancune. Ze gunde het mijn vader niet dat wij ook van hem hielden. Het was een eenzame vrouw, zij had ons en haar familie, maar geen vriendinnen. Nu kan ik het haar niet meer vragen, omdat zij dement is.’

Loyaliteitsconflict

Haar zus ging toen zij ouder was op zoek naar haar vader. ‘Het merkwaardige is dat mijn zusje – in tegenstelling tot mij – een redelijke band met mijn moeder had.’ Katja was tegen de zoektocht van haar zus. ‘Zij zei echter: “Ik heb hem amper gekend en wil weten wie hij is.”’

Haar zus vond haar vader, die heel blij was haar te zien. Katja wilde hij ook graag ontmoeten. ‘Eerlijk gezegd was ik heel verbaasd dat hij contact met ons wilde. Ik had verwacht dat hij wel klaar was met ons en niets meer van ons wilde weten.’ Katja weigerde ook nu weer om hem te zien. ‘Ja, waarom? Ik dacht zoiets van: nu ben je oud en heb je een slechte gezondheid en dan mogen wij komen opdraven.’ Echt verklaren kan zij haar gedrag niet. ‘In mijn ogen had hij niet genoeg zijn best gedaan om eerder met ons contact te krijgen. Waarom hij dat niet deed, weet ik niet. Hij durfde misschien niet, hij mocht het misschien niet. Ik weet het niet. Eerlijk gezegd ben ik bang dat als hij mij had benaderd, ik had gezegd dat ik niets met hem te maken wilde hebben.’

Contact

Recent kwam haar zus met informatie over ouderverstoting en loyaliteitsconflicten van kinderen na scheidingen. Katja en haar zus herkenden hun eigen situatie en hun eigen gedrag. ‘Heel jammer dat wij daar niet eerder van hebben gehoord, toen mijn vader nog leefde.’

Jongeren die in eenzelfde situatie zitten als zij en haar zus, raadt ze aan om niet het contact te verbreken met een ouder. ‘Oordeel niet te snel over één van je ouders. Je hoort meestal maar van één kant het verhaal. Zorg dat er ruimte is voor het verhaal van die andere ouder, die je niet dagelijks ziet.’

Bij vechtscheiding adviseert de hulpverlening regelmatig om het contact van kinderen met een van de ouders te ontmoedigen of zelfs te laten verbreken. Geen goed idee, vindt Katja nu. ‘Steun kinderen om contact met beide ouders te houden en realiseer je hoe het beeld van een ouder vergiftigd kan worden door de andere ouder. Nu zeg ik: ik heb liever ouders die ruzie maken dan dat je een van hen niet meer ziet.’

Categories
Geen categorie

Na Brazilië heeft ook Mexico een wetsartikel tegen ouderverstoting

In navolging van Brazilië heeft ook Mexico een specifiek wetsartikel tegen ouderverstoting (met dank aan Frank Vink):

De hier onder vermelde toevoegingen aan het Burgerlijk Wetboek is gepubliceerd op 9 mei 2014 in Het Mexicaanse staatsblad. Het is een voorlopige vertaling van het Mexicaanse wetsartikel tegen oudervervreemding:

Artikel

Toegevoegd aan het Mexicaanse Burgerlijk Wetboek:

HOOFDSTUK III

Geweld binnen het gezin

Artikel 323 Septimus:

Het onderwerp is geweld van een familielid het als doel de banden van het kind met één van zijn ouders te voorkomen, te belemmeren of te vernietigen. Dit gedrag wordt oudervervreemding genoemd. Het gevolg zal zijn schorsing van het ouderlijk gezag en schorsing van het ouderlijke recht op omgang en (hoofd)verblijf. Als de vervreemdende ouder gezag heeft, gaat dit onmiddellijk over naar de andere ouder als het lichte of matige vervreemding betreft.

Als er sprake is van ernstige vervreemding wordt alle contact van de vervreemdende ouder of familie en het kind opgeschort en wordt onderwerp van behandeling van de stoornis.

Om het welzijn van het kind te waarborgen, beoordeelt de afdeling psychologie Superieur Hof van Justitie de naaste verwanten van een kind om te bepalen welke persoon verantwoordelijk zal zijn voor de zorg voor hem. Zij ontvangen steun die voor het samenleven met de niet-vervreemdende ouder. Behandeling voor de vervreemde kind zal worden uitgevoerd door het departement van Parental Alienation Medische Examinator van de High Court of Justice.

Strafbaar feit:

Op grond van artikel 60 van het federale Wetboek van Strafrecht, kan een overtreding van deze wet leiden tot een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar. Ook het kennishebben van overtreding en niets doen is strafbaar.

 

De toevoeging aan de Mexicaanse wet komt min of meer overeen een in 2013 ingediende petitie bij de Verenigde Naties:

Ingediende petitie (deze is hier ook te tekenen) aan de Verenigde Naties:

Erken Parental Alienation als geweld en misbruik van kinderen.

Ik tekende de volgende petitie gericht aan: SECRETARIS-GENERAAL Ban Ki-moon.

—————-

Vanwege Parental Alienation zijn miljoenen kinderen over de hele wereld verwijderd van hun ouders, grootouders en familie.

Er zijn tal van publicaties van studies, onderzoeken en verhalen van ouders die de ernstige gevolgen laten zien van Parental Alienation voor kinderen, verstoten ouders en de maatschappij. De mentale en psychische schade toegebracht aan kinderen en ouders is vaak onomkeerbaar en duurt jaren- of zelfs levenslang.

Het Comité voor de Rechten van het Kind zal bijeenkomen op 27 mei tot 14 juni 2013. Dat biedt de secretaris-generaal Ban Ki-moon een kans om deze petitie te presenteren, met als doel wijziging van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, in overeenstemming met artikel 50.

Ondergetekenden verzoeken secretaris-generaal Ban Ki-moon dringend om ouderverstoting toe te voegen bij de agenda van de 63e zitting van de Commissie inzake het recht van het kind met als doel:

  1. Erken Parental Alienation als geweld en misbruik van kinderen.
  2. Dwing artikel 18 af: … Beide ouders hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind.
  3. Elimineer dubbelzinnigheden in het verdrag door duidelijk en zonder enige twijfel te stellen dat een relatie tussen beide ouders en kinderen in het belang van het kind is.

Om het te verbieden, te voorkomen en kinderen te beschermen tegen misbruik, geweld en Parental Alienation gepleegd door gewetenloze vervreemdende ouders, rechtssystemen, Raden voor kinderbescherming en jeugdzorg, moet het voorbeeld van Brazilië worden gevolgd door de Verenigde Naties en alle landen van de wereld.

De president van Brazilië ondertekende op 26 augustus 2010 wet 12 318/10, die Parental Alienation definieert en strafbaar stelt.

Met vriendelijke groet,

 

Aan: Samantha Power, Verenigde Staten, ambassadeur bij de Verenigde Naties,

Sr Emilio Álvarez Icasa, Comisión Interamericana Derechos Humanos,

H.E. Alberto Pedro D’Allotto, de Verenigde Naties, Argentinië,

H.E. María Cristina Perceval, de Verenigde Naties, Argentinië,

H.E. Angelica C. Navarro Llanos, de Verenigde Naties, Bolivia,

H.E. Sacha Sergio Llorentty Soliz, de Verenigde Naties, Bolivia,

H.E. Antonio de Aguilar Patriota, de Verenigde Naties, Brazilië,

H.E. Xavier L asesor Mendoza, de Verenigde Naties, Ecuador,

H.E. Luis Gallegos Chiriboga, de Verenigde Naties, Ecuador,

H.E. Jim M klei, de Verenigde Naties, Nieuw-Zeeland,

H.E. Mark Lyall Grant, de Verenigde Naties, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

H.E. Harald Braun, de Verenigde Naties, Duitsland,

H.E. Motohide Yoshikawa, de Verenigde Naties, Japan,

H.E. Vitaly I.Churkin, de Verenigde Naties, Russische Federatie,

H.E. Gary Francis Quinlan, de Verenigde Naties, Australië,

H.E Fernando Arias, de Verenigde Naties, Spanje,

H.E. Hans Peter Wittig, de Verenigde Naties, Duitsland,

H.E. Gerard Araud, de Verenigde Naties, Frankrijk,

H.E. Carsten Staur, de Verenigde Naties, Denemarken,

Ban Ki-moon, de Verenigde Naties, de secretaris-generaal,

H.E. Jeremiah Nyamame Kingsley Mamabolo, de Verenigde Naties, Zuid-Afrika.

Aanvulling vermeld op de pagina

Er staat, in acht talen, op dezelfde pagina nog een aanvulling met een aanklacht tegen uithuisplaatsingen. Ook wordt als doel genoemd het behalen van financieel voordeel. Dit lijkt geschreven te zijn op een individuele situatie en mening:

Professionals in verschillende disciplines identificeren en definiëren Parental Alienation als een ernstige praktijk van een scheidende of gescheiden ouder tegen de andere ouder om de relatie van de andere ouder met zijn of haar kinderen te vernietigen. Dit wordt meestal gedaan met de bedoeling financiële voordelen voor de rechtbank te krijgen.

Sinds 1990, het jaar van de inwerkingtreding van het Verdrag voor de Rechten van het Kind, is een meer verderfelijke vorm van Parental Alienation mondiaal doorgedrongen. Ter uitvoering van de jaarlijkse resoluties voorgesteld door NGO’s aan het Comité voor de Rechten van het Kind, hebben staten en hun regeringen acties geïnitieerd en ontwikkeld en ouders aanhoudend vervolgd om ze te scheiden van hun kinderen. Die resoluties werden als vanzelfsprekend aangenomen en nooit betwist.

De Raden voor kinderbescherming halen harteloos kinderen uit hun thuis en weg bij hun ouders, grootouders en familie met de meest onredelijke en gruwelijke excuses om ze weg te geven aan pleeg- en adoptieouders.

Deze absurde wreedheid en brutaliteit moet nu stoppen!

Categories
Geen categorie

‘Het is in het belang van het kind contact te houden met beide ouders’ (staatssecretaris Teeven)

Op 14 mei 2014 was er een overleg van de Vaste (Tweede) Kamercommissie over vechtscheidingen. In oktober komt een vervolgoverlegTrams596-3

Iedereen is het eens over de wenselijkheid van de regierechter. Pilots in Groningen en Rotterdam worden in 2015 geëvalueerd in het kader van KEI (Kwaliteit en Innovatie rechtspraak). Alle leden zijn voor de inzet van de bijzondere curator.

Het woordelijke verslag is samengevat per deelnemer aan het overleg:

Mevrouw Ypma, PvdA:

  1. Ook de huisarts en scholen moeten letten op signalen van een vechtscheiding.
  2. Na 1 januari 2015, als de gemeenten met wijkteams en Centra Jeugd en Gezin verantwoordelijk zijn, zijn de lijnen korter.
  3. Verplichte mediation, positieve resultaten in Engeland en Noorwegen. Financiering eventueel via de rechtsbijstand. In Noorwegen is het aantal vechtscheidingen door verplichte mediation met 50 procent afgenomen.
  4. De meldcode kindermishandeling ook van toepassing op mediators en voor alle vormen van kindermishandeling.
  5. Kinderen willen de hoogtepunten en de dieptepunten met beide ouders blijven meemaken.
  6. Voorkeuren van kinderen moeten meegewogen. Natuurlijk wordt kinderen niet naar hun keuze gevraagd.
  7. Mensen met relatieproblemen kunnen nu vijf gesprekken bij het maatschappelijk werk krijgen.

Mevrouw Berndsen-Jansen, D66:

  1. Verplichte mediation is in strijd met de gedragscode van het Nederlands Instituut voor Mediation.
  2. Elkaar een hak zetten, zich ten koste van hun kinderen profileren en voortdurende ouderlijke ruzies blijken de grootste risicofactor voor de ontwikkeling van een kind. Op langere termijn leidt dat tot slecht hechten en moeite met het aangaan van relaties.

Mevrouw Kooiman, SP, gewezen gezinsvoogd:

  1. Een mediator kost 180 euro per uur. Hoe wordt dit gefinancierd? Kan mediation weer worden ondergebracht bij de al gefinancierde Centra voor Jeugd en Gezin of de Raad voor de Kinderbescherming, zoals dit was tot 2005? (‘retrogevoel’). En vroeg in het proces, niet pas bij de rechter. Eigen bijdragen van honderden euro’s voor lagere inkomens.
  2. Dat advocaten meer betaald krijgen bij nieuwe procedures dan het voorkomen ervan is een perverse prikkel.
  3. Ook een niet getrouwde of geregistreerde vader moet automatisch gezag krijgen bij de geboorte van een kind.
  4. De bezuinigingen op de rechtsbijstand maken de rechtsstaat kapot.

Mevrouw Van der Burg, VVD:

  1. Verplichte mediation; maximaal drie sessies.
  2. De regierechter houdt de ouders bij de eerste zitting al voor: het niet nakomen en traineren van afspraken/het mij voor de gek houden heeft consequenties. De omgangregeling wordt dan mogelijk omgebogen naar de andere ouder. De ouder die absoluut niet wil meewerken aan mediation krijgt misschien te maken met consequenties. Zo zorg je ervoor dat ouders met elkaar in gesprek gaan.
  3. Verplichte mediation heeft in de Scandinavische landen het aantal vechtscheidingen met ongeveer 50 procent doen dalen.
  4. Sancties zijn een belangrijk aspect bij het niet nakomen van de gemaakte afspraken, vaak door de verzorgende ouder.
  5. Het is een feit dat een rechterlijke uitspraak bij de vader wel hard wordt toegepast en bij de moeder niet. We moeten opletten dat sancties niet slechts bij één partij toepassen.
  6. Jeugdzorg zegt soms: ‘Het is een vechtscheiding, we doen niets.’ Dat is ongewenst. Of Jeugdzorg kiest op basis van de mening van één kant.
  7. Het is heel raar dat wij accepteren dat een ouder, vaak de verzorgende moeder, ermee wegkomt zich absoluut niet aan een uitspraak te houden. Het is in het belang van het kind dat dit zorgvuldig meegewogen wordt.
  8. Villa Pinedo laat zien hoe hartverscheurend een en ander kan zijn.
  9. Forensisch-medische expertise: onderzoek serieus een beschuldiging van seksueel misbruik of fysieke kindermishandeling. Door dit snel te onderzoeken kan deze angel uit een vechtscheiding worden gehaald en het uit de sfeer van elkaar beschuldigen halen.

De heer Voordewind, ChristenUnie:

  1. Preventie tegen (v)echtscheidingen is belangrijk.
  2. De staatssecretaris kan bij het Lorentzhuis nagaan welke competenties professionals moeten beschikken om vroeg te signaleren.
  3. Van één (regie)rechter zoals in Duitsland zijn wij groot voorstander.
  4. Dringt aan op het kijken naar sancties, waaronder ook het omkeren van de omgangsregeling.
  5. Heeft samen met onder andere de Universiteit Utrecht en een koepel van relatietherapeuten een manifest opgesteld. In 70 procent verbetert de relatie.
  6. Het zou goed zijn het belang van het recht van omgang met de andere partner [ouder] centraal te stellen

De heer Van der Staaij, SGP:

  1. Engeland heeft ervaring met e-Health voor relatieverbetering.
  2. Een vechtscheiding is hartverscheurend.
  3. Ook scheidingen die gladjes verlopen zijn voor kinderen diep ingrijpend.
  4. Het huidige systeem bevordert een juridisch gevecht, daarom mediation verplichten.
  5. Overweging 14 van de Europese mediationrichtlijn verhindert niet verplichte mediation. Als de toegang tot de rechter maar niet wordt belet.
  6. Er is al veel hulpaanbod.

Mevrouw Keijzer, CDA:

  1. Echtscheiding is een emotioneel mijnenveld.
  2. Pleitbezorger voor forensische mediation. Partijen moeten aan tafel. De forensische mediator doet aanbevelingen aan de rechter. De rechter kan dan zeggen: nu is het afgelopen, ik neem een besluit.
  3. Het niet houden aan omgangsregelingen treft vaak de vaders. Wordt het niet tijd daartegen op te treden?
  4. Als er geen sprake is van kindermishandeling of -misbruik is het nooit in het belang van het kind de omgang met een van beide ouders te onthouden. Ik ben het er niet mee eens dat het in het belang van het kind kan zijn dat het alleen bij één ouder verblijft. Ik vind dat onbestaanbaar, ook al gaat het om ogenschijnlijk normale vaders en moeders. Het effect op kinderen is desastreus en bovendien fnuikend voor het vertrouwen in de rechtsstaat.

Staatssecretaris V&J, de heer Teeven (VVD):

  1. Een vechtscheiding is een heel samenspel van factoren. Daarop hebben professionals simpelweg geen invloed.
  2. Ook minister Donner hield zich tien jaar geleden al met problemen in omgangszaken bezig.
  3. Ik wil wel aandringen tot mediation, maar mediation niet verplichten. Dat zou 17 tot 18 miljoen euro kosten. Dat geld is er niet. De rechtsbijstand kost al 85 miljoen.
  4. De mogelijkheden van een ouderschapsonderzoek door een forensische mediator kunnen we wellicht verbeteren.
  5. Om een perverse prikkel te vermijden kan – budgetneutraal – de gefinancierde vergoeding voor een advocaat worden verlaagd en de vergoeding voor mediation verhoogd.
  6. Een echtscheidingsverzoek waarbij geen sprake is van overeenstemming tussen partijen levert nu minder rechtsbijstandvergoeding op dan een verzoek op ‘tegenspraak’. Dit is ook een perverse prikkel. Het is zo vastgesteld vanwege de tijdsbesteding.
  7. We overwegen een termijn van twee jaar voor nazorg van de advocaat in te voeren om nieuwe procedures te voorkomen. In die periode kan/moet de advocaat opkomende strubbelingen proberen onderling op te lossen.
  8. Met mediation kan ook tijd worden verloren met betrekking tot een omgangsregeling.
  9. Als ouders het probleem niet als vechtscheiding herkennen is het moeilijk ze tot mediation te bewegen.
  10. Mediation in de vorm van ‘Raadsondersteuning’ door de Raad van de Kinderbescherming was er van 1998 tot 2005. Toen in 2005 mediation naast rechtspraak mogelijk werd is deze dienst gestopt. De RvdK heeft nu een ‘frontoffice’.
  11. We gaan onderzoeken en bespreken met de Raad voor de Rechtsbijstand en de vakgroep familierecht of standaard verwijzing van de rechter naar een mediator werkbaar is.
  12. Initiatiefwet V.d. Steur gaat over het regelen van mediation.
  13. Het ouderschapsplan is te formalistisch in plaats van inhoudelijk. Er zijn onderzoeken van het WODC en diverse universitaire projecten.
  14. De kwaliteit van de advocaat is belangrijk in het familierecht.
  15. Alleen gespecialiseerde advocaten kunnen toegevoegd worden. Een belangrijke voorwaarde is zich houden aan de gedragscode (met name artikel 4).
  16. Als het gezamenlijk inkomen als grondslag voor al of niet toevoeging gaat gelden, kan een partij een lening afsluiten ter financiering van het echtscheidingsproces.
  17. Het doel van ondertoezichtstelling (ots) is het wegnemen van ontwikkelingsbedreiging voor kinderen.
  18. Als het Volkskrant-artikel van 13 mei 2014 [over de vechtscheiding om ‘Bram’) maar voor de helft waar is, is het de ultieme bevestiging dat het expliciet zo niet moet.
  19. Jeugdzorginstanties zijn geen echtscheidingspolitie die elke beschuldiging nagaat. Rapporten moet echter wel feitelijk onderbouwd zijn en er moet duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen feiten en meningen en veronderstellingen.
  20. Het is een belang van het kind contact te houden met beide ouders.
  21. Er komt een internationale expertmeeting over vechtscheidingen.
  22. De staatscommissie Herijking ouderschap buigt zich ook over de vraag of een vader bij de geboorte van een kind automatisch gezag moet krijgen.
  23. Het omdraaien van het gezag of het toekennen van eenhoofdig gezag bij omgangsproblemen is een beslissing van de rechter. Het kabinet treedt daar niet in.
  24. Het kabinet gaat kijken naar gevallen waarin rechterlijke beslissingen in het familierecht niet worden gerespecteerd. We gaan dit ook bespreken met de Raad voor de rechtspraak en met vooraanstaande rechters in het kinderrecht en het familierecht in het algemeen. Wij krijgen tot nu toe het antwoord dat het in het belang van het kind kan zijn niet te handhaven. We gaan ook kijken hoe hier in andere landen door rechters mee omgegaan wordt en dit nog nadrukkelijker bespreken met de voorzitters van familiekamers.
  25. Het omgangsrecht van gedetineerde ouders wordt beknot.
  26. Een bijzondere curator is er voor problemen tussen een kind en een ouder, niet bij problemen tussen ouders. Er zijn dan plotseling drie partijen in een echtscheidingsprocedure.
  27. De werkgroep bijzondere curator heeft het proces rond een benoeming omschreven.
  28. Er is spanning tussen de meldcode voor mediators en hun geheimhouding. We zullen dit bekijken in het kader van het initiatief wetsvoorstel Van der Steur.
  29. Ik ga met de Raad voor de rechtspraak in gesprek over het recht van omgang met de andere partner [ouder].

Staatssecretaris VWS, de heer Van Rijn (PvdA):

  1. Vechtscheidingen geven later opvoedingsproblemen en psychische en relatieproblemen.
  2. Ik werd getroffen door het voortdurende loyaliteitsconflict dat de kinderen van Villa Pinedo aantonen.
  3. Verbetering vraagt naast bewustwording ook maatregelen van professionals.
  4. ZonMw doet onderzoek naar het aanbod van hulp.
  5. De methodiek van het Lorentzhuis oogst veel lof. Ik laat die beschrijven.
  6. Ik hoop de richtlijn ‘scheiding’ van het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht begin 2015 te ontvangen.
  7. Gemeenten tonen veel belangstelling voor omgangsvoorzieningen.
  8. De meldcode [kindermishandeling] betreft ook geestelijke mishandeling.
  9. Ook scholen hebben een rol bij het signaleren. Ik wil bespreken de online workshop van Villa Pinedo om te bouwen/te gebruiken voor leerkrachten.
  10. Het AMK moet altijd serieus onderzoek doen naar de veiligheid van het kind, maar moet zich niet laten meesleuren in de strijd van twee ouders.
  11. Een verstoord huwelijk of relatie is in principe geen stoornis waar verzekerde zorg voor geldt.

Vet betekent het belangrijkste punt van de deelnemer.

Categories
Geen categorie

‘Voorstellen Teeven en Van Rijn gemiste kans’

Interview met de advocaten Weegberg en Prinsen

Binnenkort buigt de Kamer zich over het uitvoeringsplan ‘Verbeter situatie kinderen in een “vechtscheiding”. Twee advocaten die zich al jarenlang met het herstellen van omgangsregelingen beziggehouden – mr. Jan van Weegberg en mr.ir. Peter Prinsen – vinden het plan een gemiste kans. Van Weegberg: ‘Deze plannen gaan niet helpen. De situatie blijft: als een van de ouders zich niet aan de afspraken houdt, gebeurt er niets.’

Bijna tegelijkertijd verschenen er twee overheidspublicaties over het onderwerp vechtscheidingen. Eerst het rapport van de Kinderombudsman Marc Dullaert op 31 maart 2014, gevolgd door het uitvoeringsplan ‘Verbeter situatie kinderen in een “vechtscheiding”’ van de staatsecretarissen Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) en Martin van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). In grote lijnen komen de conclusies op hetzelfde neer: vechtscheidingen zijn de schuld van de ouders en hulpverlening is nodig om hen te leren zich beter te gedragen. De samenstellers maken er melding van met veel professionals, ouders en bestuurders te hebben gepraat. Jan van Weegberg van Wigman, Sardjoe en Van Weegberg Advocaten is ruim vijftien jaar bijna exclusief betrokken bij omgangszaken. Voor het rapport van de Kinderombudsman is niet met hem gesproken. ‘Ik had dan de ambtenaren, onderzoekers en de Kinderombudsman gevraagd om eens een paar keer mee te gaan naar de rechtbank.’ Peter Prinsen houdt zich al decennia bezig met het familierecht. Jarenlang werkte hij als advocaat en nu buigt hij zich meer over de rechtsfilosofische kant van het recht.

Daadkrachtige rechter

Erg blij worden Van Weegberg en Prinsen niet van de plannen van de staatssecretarissen. Van Weegberg: ‘Het is meer van hetzelfde. Nog meer hulpverlening in de vorm van voorlichting, mediation, een kindercurator en therapieën.’ De lastigste gevallen binnen de scheidingsproblematiek – ouders die het omgangsrecht van een ander frustreren – worden hiermee niet mee opgelost, meent Van Weegberg. ‘In feite is de oplossing niet zo moeilijk. Ondertussen is iedereen het erover eens dat het in het belang van kinderen is dat zij contact hebben met beide ouders. Zet er dan een sanctie op als een van de ouders de omgangsregeling saboteert. Dat gebeurt niet.’ Wel worden er allerlei therapieën en mediation aangereikt voor de gebrouilleerde ex-en. Van Weegberg: ‘Mijn ervaring is dat hulpverlening er meestal in resulteert – of ingezet wordt – om herstel van de omgangsregeling uit te stellen, te traineren. Hulpverlening is zelden in het belang van het kind en de ouder die zijn of haar kinderen niet ziet.’ Ook verplichte mediation kan op weinig bijval rekenen van Van Weegberg. ‘Mediation is afkomstig uit het arbeidsrecht. Lossen een werknemer en werkgever hun conflict niet op, dan beslist de rechter. Die stok achter de deur ontbreekt nog steeds in het familierecht. Frustreert de verzorgende ouder de mediation, dan gebeurt er niets.’ Alleen forensische mediation zou kunnen helpen volgens Van Weegberg. Hierbij wordt een verslag bijgehouden van de mediation en er wordt gerapporteerd aan de rechter. ‘Wel is dan een daadkrachtige rechter nodig, die bij het voortdurend frustreren van de omgang door de verzorgende ouder de hoofdverblijfplaats aan de andere ouder toewijst.’

Ordemaatregelen

Ook Prinsen ziet weinig heil in de voorstellen van Teeven en Van Rijn. ‘de sector is volledig verslaafd aan het geven van hulp. Ook al werkt het niet.’ Hij vindt dat de overheid meer ‘outside the box’ had moeten denken. ‘Bijvoorbeeld door eens naar zichzelf te kijken en zich serieus de vraag te stellen: wat doen wij fout, op welke manier draagt de rechtspraak bij aan het ontstaan van vechtscheidingen? Met als treurig resultaat dat duizenden kinderen een van hun ouders niet zien.’ Bij het vinden van het antwoord kan Prinsen zeker helpen. ‘Wat gebeurt er als het familierecht zijn intrede doet in het leven van ouders? Direct hangt er een zwaard van Damocles boven hun hoofd. Zij kunnen namelijk hun kind verliezen. De ouders zijn vooral bezig de rechter en de hulpverlening ervan te overtuigen dat zij veel belangrijker zijn voor hun kind dan de andere ouder. En dan begint het gevecht, omdat iedere ouder doodsbang is het kind kwijt te raken.’ De grootste fout die in de rechtszaal wordt gemaakt, is de manier waarop het belang van het kind centraal staat. Het leidt ertoe dat ter discussie staat of iemand wel of niet een goede ouder is en of er wel of niet omgang moet plaatsvinden Prinsen: ‘Een debat over het belang van het kind leidt haast onvermijdelijk tot een twist het belang van het kind. Het echte belang van het kind – vrede tussen de ouders – gaat dan jammerlijk verloren.’ Prinsen vindt dat afspraken over de zorgregeling geen verkapte kinderbeschermingsmaatregel mag zijn. Hij vindt dat het een ordemaatregel behoort te zijn. Prinsen: ‘Omgang is er per definitie. De tijdsbesteding van eenieder wordt naast elkaar gelegd. En zo wordt de gezamenlijke verzorging van de kinderen bepaald. Er wordt bij de rechter niet bediscussieerd of de ouders goede ouders zijn en of zij hun kind wel of niet mogen zien. Hiermee haal je de angel uit het gevecht. Er worden alleen waardevrije thema’s besproken, zeg maar agendakwesties. Probeert een van de ouders zich nadrukkelijk te profileren als sterk met het kind verbonden dan moet dat onmiddellijk door de rechter worden afgekapt als zijnde vanzelfsprekend en niet aan de orde. Daarmee voorkom je dat de andere ouder dat probeert te overtreffen en waarmee een polarisatiespiraal zou worden geïnitieerd.’

Handhaven

Zowel Prinsen als Van Weegberg vindt het hoog tijd dat er nu anders geacteerd gaat worden door overheid en hulpverlening. Het uitvoeringsplan van de staatssecretarissen biedt in dat opzicht weinig hoop. Prinsen: ‘Ik zou graag een wetenschappelijk rechtspsychologisch onderzoek zien met als onderwerp: hoe draagt de huidige wetgeving bij aan het verschijnsel vechtscheidingen? Alleen gaat daar geen geld naartoe.’ Op papier zijn de rechten van ouders al redelijk goed vastgelegd. De situatie zou al snel aanzienlijk kunnen verbeteren als de wet wordt gehandhaafd. Eist Teeven dat direct wordt ingegrepen bij het niet nakomen van een omgangsregeling, dan zou het Van Rijn heel veel geld aan hulpverlening besparen. Van Weegberg: ‘Er zijn altijd ouders die (even) niet redelijk zijn. Nu blijft het nog steeds zo: als een van de ouders het omgangsrecht niet nakomt, gebeurt er niets. Het kind is niet geholpen en de problemen worden niet opgelost. Levenslange trauma’s zijn geboren.’

Categories
Geen categorie

‘Ouderverstoting noem ik niet’, interview met familierechtadvocaat Jan van Weegberg

In de gepubliceerde uitspraken van het Nederlands familierecht valt het woord ‘ouderverstoting’ bijna nooit. Ook niet bij advocaten. Als het genoemd wordt, is het in de beoordeling van de rechter. Advocaat Jan van Weegberg vermijdt het woord ‘ouderverstoting’om te voorkomen dat herstel van omgang wordt vertraagd.

Dia1
‘Ouderverstoting’ (of Parental Alienation) komt 22 keer voor in gepubliceerde uitspraken.

Niet alle uitspraken van de familierechter zijn gepubliceerd. Waar dat wel het geval is, heeft PASsage voor de periode 2003-2013 bekeken hoe vaak het woord ‘ouderverstoting’ wordt genoemd. Heel zelden is de conclusie: in totaal maar 22 keer. Opvallend is dat het in 2012 het meest ter sprake kwam (zeven keer), terwijl het in 2013 terugzakte tot nog slechts één keer.

Nog opvallender is dat het vooral de rechters waren die wezen op het probleem van ouderverstoting. Andere partijen, zoals Jeugdzorg, de Raad van Kinderbescherming en advocaten, brengen het (bijna) nooit naar voren.

Vertraging vermijden

Jan van Weegberg is advocaat bij Wigman Sardjoe & Van Weegberg Advocaten, een Haags advocatenkantoor gevestigd achter de rechtbank. Dit kantoor heeft zich gespecialiseerd in familierecht en vooral omgangszaken. De advocaten staan veel cliënten bij die bijvoorbeeld via de stichting Dwaze Vaders komen. Van Weegberg kent het verschijnsel ouderverstoting. ‘Ook in de rapporten van de Raad van Kinderbescherming wordt het wel genoemd.’ Toch noemt hij heel bewust ouderverstoting  nooit bij de rechtszaken en zeker niet bij verzoeken tot voorlopige voorzieningen of in een kort geding. Het is een praktische keuze aldus Van Weegberg. ‘Het wordt door de verzorgende ouder, meestal de moeder, aangegrepen om het herstel of uitbreiding van de omgang nog meer te vertragen. Of er kan een discussie ontstaan over een contra-indicatie voor omgang, die niet in het belang van de niet-verzorgende ouder  is. Ik wil graag zo snel mogelijk een fatsoenlijke omgangsregeling voor de vader oftewel de niet-verzorgende ouder.’

Doortastend optreden rechters nodig

Het verschijnsel van ouderverstoting herkent Van Weegberg wel. ‘Als de moeder op woensdag begint te zeggen “Het komende weekend moet je weer naar die klootzak toe” en dit op donderdag en vrijdag herhaalt, dan ben ik niet verbaasd als een kind op zaterdag zegt: “Ik wil niet met die klootzak mee.”’

Van Weegberg vindt het ook niet nodig om ouderverstoting te bewijzen. ‘Het feit dat een goedwillende ouder en een kind geen contact hebben, staat voor mij, net als voor vele anderen, gelijk aan kindermishandeling. Het is voldoende aangetoond dat zo’n situatie niet goed is voor een kind. Ik richt mij daarom op het onmiddellijke herstel van de omgang tussen kind en ouder. In een psychologische discussie of er wel of niet sprake is van ouderverstoting wil ik niet verzeild raken. Dat is mij te academisch.’

Liever ziet Van Weegberg dat rechters doortastend optreden als een ouder een kind niet mag zien. Dat is: wijziging van de gezagssituatie of het hoofdverblijf als de omgang niet wordt nagekomen. ‘Een ouder die deze sanctie boven het hoofd hangt, zal snel geneigd zijn weer mee te werken aan een omgangsregeling. Ik zie daar meer in dan in het aantonen van ouderverstoting.’

Categories
Geen categorie

HerVerbinden 25 april 2014, Amsterdam (Congres)

9:00 Ontvangst

9:30-9:45 Welkom – HerVerbinden 2014
Frénk van der Linden
frenkvdlinden hires03-150px

Erik van der WaalEvdWaalWaarom HerVerbinden?
9:45-10:25 Joep ZanderJoepZanderOudervervreemding & Ouderverstoting

10:30-11:15 Erik GerritsenErikGerritsen / Miriam Seegers, Stappenplan Vechtscheiding (BJAA)

11:15-11:50 Justine van LawickJustine-van-Lawick-LorentzhLorentszhuis

11:50-12:05 Intermezzo

12:05-12:15 Wilma DolWDWat ik graag had willen delen …

12:15-13:15 LUNCH

13:15-14:00 (10min Q&A)
Marsha PinedoMarsha-Pinedo (+ Jongere), Villa Pinedo

14:00-15:00 Steven PontSteven-PontDe Duivelsdriehoek

15:00-15:30 Pauze

15:30-16:15 KIES – Kinderen In Echtscheidings Situaties, Eigen Kracht – Regie in eigen hand, Innovatie in Jeugdzorg

16:15-17:00 Forum / Debat, Samen nieuwe inzichten/aanpak vinden. Welke hoofdpunten hoe te veranderen? Perspectief ?

Samenvatting – Afsluitingfrenkvdlinden hires03-150px

17:00-18:00 Borrel met hapje

Inschrijven

Categories
Geen categorie

‘The Wolf of Wall Street’

Leonardo DiCaprio
Leonardo DiCaprio

 

 

‘Je ziet jouw kinderen nooit meer!’  

Soms schrik je ineens op van een zin die je al heel vaak hebt gehoord. Het is net of je er met andere ‘oren’ naar luistert. Dat overkwam mij bij het kijken van de film  ‘The Wolf of Wall Street‘.  Het is een verhaal over een aandelenhandelaar die heel snel heel rijk wordt, veel te decadent leeft en uiteindelijk weer alles kwijtraakt. Ook zijn tweede vrouw wil scheiden want nu hij aan de grond zit, is ook haar interesse weg.  En haar voorwaarden? Zij neemt in ieder geval de kinderen en als hij zich netjes gedraagt komt er een omgangsregeling. Zo niet ‘dan zie je jouw kinderen nooit meer!’. Hoe vaak heb ik zo’n dreigement niet gelezen of gehoord? Honderden keren.  En nu dacht ik ineens: wanneer hebben scheidende ouders het vertrouwen gekregen dat je zo’n dreigement kon uitvoeren? Dat een rechter daarin wel mee zal gaan? Hoog tijd dat daar verandering in komt, want zo’n situatie is een hel voor de kinderen.

En de rest van de film? Een clichéverhaal, zoals een vriendin terecht opmerkte, maar origineel in beeld gebracht en met  fantastisch spel van alle acteurs.

Categories
Geen categorie

‘Papa en mama praten weer met elkaar’

2014overnameIn het dagblad Trouw stonden op 1 februari 2014 twee succesverhalen over het Lorentzhuis in Haarlem.  Een belangrijke stap in de goede richting voor het oplossen van vechtscheidingen. Alleen biedt deze aanpak nog steeds geen uitkomst als een ex-partner niet wil meewerken. En is het succes sterk afhankelijk van de professionaliteit van de begeleiders.

 

 

 

 

 

 

Dagblad Trouw 1 februari 2014, bijlage Tijd: Papa en mama praten weer met elkaar. Een einde aan de vechtscheiding.

‘Ik kon me weer inleven in zijn kant van het verhaal’

Vincent (44) en Liliane (43) zijn acht jaar geleden gescheiden. Ze hebben drie kinderen van 13, 12 en 10 jaar. Toen Vincent de alimentatie niet meer kon betalen, begonnen de rechtszaken. Na jaren vechten stuurde de rechter ze naar groepstherapie in het Lorentzhuis in Haarlem.

TEKST SUZANNE RETHANS

“We hadden nooit allebei een advocaat moeten nemen”, zegt Liliane als ze terugkijkt op de scheiding. “Vanaf dat moment was het helemaal mis. Een advocaat is niet gericht op het sluiten van compromissen, een advocaat wil winnen.” “Juist van scheidende mensen kun je niet verwachten dat ze helder denken en dat ze doen wat het beste is voor de kinderen”, zegt Vincent. “In het strafrecht kun je een advocaat inzetten die het onderste uit de kan haalt, maar in het familierecht zouden mensen verplicht moeten worden om met elkaar te praten.” Of ze wel eens iets hebben gedaan waarvan ze achteraf spijt hebben? Jazeker, zeggen ze allebei. Soms maakten ze ruzie waar de kinderen bij waren – alle goede voornemens ten spijt. En ja, ook de opmerking ‘Oh, dus daar heeft papa/mama wel geld voor’, is wel eens gevallen. Vincent: “Via de sms is een stekelige opmerking zo gemaakt. Komt er weer zo’n berichtje binnen waarover je ontploft. Zie dat maar eens te verbergen.”

Eén keer heeft hij het echt te bont gemaakt, zegt hij. De kinderen waren bij hem, maar Liliane wilde dat ze bij haar taart kwamen eten omdat de jongste jarig was. Toen ze niet op tijd terugkwamen, belde Vincent de politie. Een jaar lang zaten ze in therapie. Dat hielp niet. Liliane: “Ik bleef gewoon mijn eigen riedeltje afsteken en hoorde Vincent niet, net zo min als hij mij hoorde.”

Dat gebeurde pas tijdens de groepstherapie in het Lorentzhuis in Haarlem, in de confrontatie met andere stellen die in scheiding lagen. Liliane: “We zaten daar met acht stellen en ik dacht op een gegeven moment: wat erg, het is overal hetzelfde! Alle mannen dachten dat hun vrouw een psychische stoornis had, alle vrouwen waren emotioneel en zaten om het minste of geringste op de kast. Pas toen ik dat zag, dacht ik: het hoort erbij, zo dóen mensen, ik moet het niet zo persoonlijk nemen.”

Vincent: “Ik zat me vreselijk te storen aan een vent die heel betweterig en therapeutisch liep te doen. Totdat ik me realiseerde dat ik me ook zo gedroeg.”

Liliane: “En ik herkende me in zijn ex-vrouw. Ze zat volledig vast in het verwrongen beeld dat ze had van haar ex, zó star. Toen dacht ik: zo wil ik niet zijn!”

Vincent: “Mensen in een vechtscheiding zijn katten in het nauw die geen oplossing meer zien, ze klampen zich vast aan het randje. Andere mensen in de groep zien die oplossing wél. Het mooie van zo’n praatgroep is dat je naar jezelf zit te kijken. Soms was het lekker om ongezouten mijn mening te geven bij een stel, terwijl ik dat dan eigenlijk tegen Liliane zei.” Liliane: “In die groep kon ik voor het eerst sinds de scheiding écht naar Vincent luisteren en me inleven in zijn kant van het verhaal.”

Vincent: “Ja, maar je moet wel de mentale veerkracht hebben om je zo op te stellen, want er zit veel boosheid en oud zeer. Ik ben het nog steeds niet eens met alles wat Liliane doet, maar ik kan het wel loslaten.”

Aan het eind van de acht sessies die de therapie duurde, lieten de kinderen van de stellen een film zien die ze met z’n allen in dezelfde tijd hadden gemaakt. Liliane: “Daarin hadden ze ons nagedaan, situaties nagespeeld, en vertelden ze wat ons geruzie met hen deed. Nou, dan huil je je ogen uit je kop.”

Vincent: “Wij hebben het ze aangedaan. Die acht jaar hebben hun sporen achtergelaten en die kunnen we nooit meer goedmaken. Het enige wat we kunnen doen, is laten zien dat we ervan hebben geleerd en dat het zelfs na zo’n lange ruzie weer goed kan komen.”

Liliane: “Ik heb mijn advocaat eruit geknikkerd en me aangesloten bij die van Vincent. Al snel lag er een convenant dat door de rechter is goedgekeurd.”

Vincent: “We kunnen weer verder met ons leven, er is geen dreiging meer. Ik denk wel eens terug aan de spanning waarin wij hebben geleefd, en de invloed die dat heeft op je concentratie, op je werk, op de manier waarop je met je kinderen omgaat, met andere mensen, je nieuwe relatie. Het beheerst je gedachten en je humeur. Wat een verspilling.”

Liliane: “Scheidende mensen raad ik aan: ga niet voor de volle mep. Qua kinderen en geld krijg je nooit helemaal je zin. Je moet jezelf dwingen de ander weer te vertrouwen, en dat is niet makkelijk, want je bent jarenlang bezig geweest alles negatief uit te leggen. Maar het levert zoveel op. Wat een rust, ook voor de kinderen. Laatst mocht ik voor het eerst Vincents huis in en de kinderkamers zien!”

Vincent: “Ik heb alle dozen met dossiers weggezet. Op zolder. Boekwerken dik, echt verschrikkelijk.”

De echte namen van Vincent en Liliane zijn bij de redactie bekend. ►

Het Parentshouse zorgt voor rust

Onlangs opende het eerste Parentshouse van Nederland in Amsterdam: een woning waar gescheiden ouders een tijdje goedkoop kunnen wonen, in de buurt van hun kinderen.

Een halfjaar geleden namen drie gescheiden ouders – twee mannen en een vrouw – hun intrek in een grote eengezinswoning op IJburg, een nieuwbouwwijk in Amsterdam. Met elkaar en hun kinderen delen ze een keuken en de woonkamer. Afgelopen maand opende burgemeester Eberhard van der Laan het huis officieel. “Toen ik hier kwam wonen viel er een last van mijn schouders”, vertelt bewoner Ramona Kleine (36), moeder van twee zoons. “Na mijn scheiding zat ik met mijn handen in het haar. Ik ben een starter, en de kans op een betaalbare woning in Amsterdam is heel klein.” Het Parentshouse bood uitkomst: “Ik heb een tijdje bij een vriendin gewoond, daarna bij een collega. Maar je wilt anderen niet tot last zijn. Hier heb ik rust gekregen.”

Als haar jongste zoon komt logeren, vraagt hij meteen of het kind van huisgenoot Marlon er ook is. En haar oudste kan het heel goed vinden met de zoon van Evert, vertelt Kleine. Soms eten ze samen. “Maar daar zijn geen vaste regels voor, hoor.” De drie ouders hebben hun eigen slaapkamer. De kinderen – die bijna allemaal in de buurt wonen – komen geregeld logeren. Het idee is dat de alleenstaande ouders een jaar gebruik mogen maken van het huis, daarna moeten ze iets voor zichzelf hebben gevonden. Een van de mannen verhuist binnenkort.

Drieënhalf jaar geleden vatte dominee Rob Visser het plan op voor het Parentshouse. Hij had de opdracht gekregen om als dominee naar IJburg te trekken om te kijken of daar ‘kerkelijk leven te ontdekken viel’. IJburg staat in Amsterdam al jaren bekend als een wijk waar ouders met jonge kinderen naartoe verhuizen. Je vindt er strak ontworpen nieuwbouwhuizen, gebouwd op kunstmatige eilanden in het IJmeer. Veel ruimte en rust, zeker vergeleken met het drukke centrum. Ideaal voor spelende kinderen, vinden veel ouders. Dominee Visser nam plaats in een vereniging die zich bezighield met de toekomst van IJburg. Hier kwam hij al snel hét probleem van de wijk tegen: op IJburg wordt veel gescheiden. Visser: “Dat is de grote tragedie hier.”

Scheidingen brengen de dertigers vaak ver van huis: “Krapte op de woningmarkt zorgt ervoor dat er nauwelijks betaalbare huizen voor alleenstaanden te vinden zijn. Zeker niet in de buurt van de kinderen. Op IJburg staan voornamelijk eengezinswoningen. Mannen en vrouwen die hun relatie zien stranden, kunnen zo geen kant op.” Voor die mensen wilde Visser iets doen. Hij ging in gesprek met woningcorporatie De Key. De ongunstige woningmarkt in combinatie met een aantal leegstaande, grote woningen op IJburg maakte dat de woningbouwvereniging meteen enthousiast was.

Toch duurde het nog drie jaar voor het Parentshuis er eindelijk kon komen. De gemeente was niet bekend met deze nieuwe woonvorm en er was veel discussie over vergunningen. Het werd een project van de lange adem. En toen het dan eindelijk zou gebeuren, kwam de buurt in opstand. Een huis vol alleenstaande ouders in de straat, dat zou maar leiden tot waardedaling van hun koopwoningen, was het idee. De woningbouwvereniging wist raad, en vond al snel een nieuwe woning. Het huis is inmiddels al bijna een halfjaar bewoond. Is het niet lastig om opeens met relatief onbekenden – en hun kinderen – een woning te delen? Ramona Kleine: “Ik geloof het zelf ook bijna niet, maar het gaat ontzettend goed. Na mijn werk ga ik graag naar huis. Het belangrijkste is dat we hier ons normale leven weer hebben opgepakt. Kinderen hebben niets aan ouders die geen rust in hun hoofd hebben.” ROOS MENKHORST

Groepstherapie helpt echt

Een groeiend aantal echtscheidingen draait uit op een vechtscheiding. Jarenlang geruzie over het ouderschapsplan, alimentatie en de omgangsregeling leiden tot uitgeputte volwassenen en getraumatiseerde kinderen. De oplossing? Groepstherapie. 

TEKST SUZANNE RETHANS

Wie hier aanklopt, speelt in de eredivisie van vechtscheidingsland, zegt psychotherapeut Justine van Lawick van het Lorentzhuis in Haarlem. Sinds twee jaar kunnen ouders die in een vechtscheiding zijn beland terecht bij haar en haar collega. In het centrum voor systeemtherapie volgen zowel de ouders als de kinderen groepstherapie.

“Wij behandelen ouders die financieel en emotioneel zo zijn uitgeput, dat ze zelfs samen willen komen”, zegt Van Lawick. Samen met klinisch psycholoog Margreet Visser van het Kinder- en Jeugdtraumacentrum ontwikkelde zij een nieuwe methode die zo succesvol blijkt dat er uit binnen- en buitenland aanvragen komen om therapeuten op te leiden. Justine van Lawick begeleidde al langer ouders in een vechtscheiding waren beland en daar uit wilden. “Maar het enige wat ze deden was proberen mij voor hun karretje te spannen.” Ondertussen maakte de therapeut zich grote zorgen over wat het geruzie van de ex-echtelieden deed met hun kinderen.

Margreet Visser behandelde de andere kant: de kinderen van scheidende ouders. Zij merkte therapie vaak een averechts effect had, om dat de kinderen juist gevoeliger werden voor het geruzie van hun vader en moeder. “Doe toch eens iets aan die ouders”, zei ze tegen Justine van Lawick. En zo ontstond het idee om samen te werken.

Het grote voordeel van groepstherapie is dat de groep corrigerend en als een spiegel werkt, waardoor een therapeut slechts hoeft bij te sturen, zegt Justine van Lawick. “De ouders confronteren elkaar met hun gedrag.”

De therapeut zorgt ervoor dat de deelnemers zich zo veilig en op hun gemak voelen dat ze hun emoties durven uitspreken. “De meeste mensen zijn hartverscheurend verdrietig, bang voor de toekomst en heel erg boos. Wij zijn er om die gevoelens te kanaliseren. Dat doen we door elke keer weer uit te leggen dat de kinderen op de eerste plaats komen.”

Mensen die in een vechtscheiding belanden zijn getraumatiseerd, zegt Margreet Visser. Als kind, in de relatie, of door de scheiding. “Hun alarmsysteem is te scherp afgesteld waardoor ze steeds heel heftig reageren.”

Advocaten kunnen in die situatie veel kwaad doen, zegt Visser. “Voor hen gaat het om winnen en verliezen, maar ze vergeten dat als één ouder wint, de ander verliest. En daar horen kinderen bij die de stress van het verliezen over zich heen krijgen. Daarom eisen wij van ouderparen dat ze alle juridische procedures stoppen. Vanwege het wantrouwen. Alles wat je zegt, kan immers weer tegen je worden gebruikt, terwijl we hier juist bruggen bouwen.”

De afgelopen tijd gingen de ruzies vaak over geld, zeggen de therapeuten. “Dat heeft met de crisis te maken. Mensen krijgen hun huis niet verkocht, ze willen van elkaar af, maar het lukt niet en ze krijgen schulden”, zegt Van Lawick. “We hebben vaak te maken met hoogopgeleide ouders voor wie het lange tijd allemaal niet op kon, en die zich nu enorm moeten aanpassen. Dan verdwijn je als moeder vanuit je mooie, zonnige jaren-dertig-woning naar een tweekamerflat in de Bijlmer, met in je kielzog drie pubers die boos op je zijn omdat je gescheiden bent. Dat geeft stress.”

Vaak heeft een van de ouders een verstoorde omgang met de kinderen. En dat is altijd de schuld van de ander. “De ex-partners demoniseren elkaar”, zegt Visser. “Ze zijn er écht van overtuigd dat de ander de boel verstiert, terwijl zij het zelf alleen maar goed proberen te doen. Ex-partners moeten er juist op vertrouwen dat de ander goed genoeg voor de kinderen zorgt. Laat het gaan.”

Bovendien staan bij een scheiding niet alleen twee mensen tegenover elkaar, maar twee groepen. Om iedere ouder hangen vrienden, ouders, nieuwe partners met ook weer exen, schoolmentoren, hulpverleners en therapeuten. En die hebben allemaal partij gekozen. Van Lawick: “Dat maakt het extra moeilijk om de meerstemmigheid te handhaven. Ook voor ons, hoor. Als je met de ene partner praat denk je: je hebt gelijk. Zit je met de ander, dan denk je dat ook. Het gaat erom dat je die twee versies combineert.”

Soms hebben ouders het idee dat ze het goed doen omdat ze geen ruzie maken waar de kinderen bij zijn. Van Lawick: “Ruzie is als zo’n sneeuwbolletje dat wordt opgeschud; de sneeuw blijft om je heen dwarrelen. Kinderen, en zeker kinderen wier ouders in een vechtscheiding belanden, hebben hun voelsprieten uitstaan. Ze zien je gezicht betrekken als er een sms binnenkomt, ze luisteren ‘s avonds in hun bed naar wat je zegt aan de telefoon. Als wij zo’n groep ouders leiden zijn we na anderhalf uur kapot. Moet je je voorstellen dat je daar altijd tussen zit.”

Een van de dingen die aan de stellen wordt gevraagd is om te stoppen met de demonisering van de ander. Visser: “In therapie doen we dat door veel uitleg te geven. Deze mensen hebben pijn en verdriet, ze schieten snel in wat wij noemen het VVV-gebied: vluchten, vechten of verlammen. Wie daarin belandt kan niet meer rationeel denken. We laten zien hoe demoniserende patronen werken, dat ze ertoe leiden dat je je niet meer kunt inleven in de ander. Als mensen dat herkennen, kunnen ze makkelijker een stap terug doen als ze de woede voelen opvlammen. Loop weg van je computer waarop dat mailtje binnenkwam, pak een foto van je kind erbij en weet weer waar het om draait: de kinderen dus. Laat je niet opnaaien. En als dat lukt, zien we wonderen gebeuren.”

Parallel aan de oudergroep loopt de kindergroep, in de ruimte boven de ouders. De kinderen krijgen geen therapie. Die hebben ze vaak al gehad en ze zijn er zelden beter van geworden.

Visser: “Zij gaan op hun eigen, creatieve manier aan de slag met de scheiding en laten zo zien hoe het voor hen is. Aan het eind van de zeven sessies presenteren ze wat ze hebben gemaakt en dat kan voor de ouders heel confronterend zijn. Ze spelen bijvoorbeeld in een toneelstukje een telefoongesprek na waarvan de ouders dachten dat ze het niet hadden gehoord, ze maken een serie foto’s waarin ze nadoen hoe hun ouders op elkaar reageren en vervolgens hoe ze het zouden willen hebben. Een van de kinderen zei: ‘Als je ouders zo veel ruzie maken, heb je geen ouders meer. Dan moet je eigenlijk je eigen ouder zijn.’ Dat komt aan.

Ouders presenteren ook aan hun kinderen wat ze willen bereiken. Er was een vader die danste en zong: ‘I’m singing in the rain.’ Heel ontroerend.”

Probeer zo snel mogelijk tot ‘goed genoeg’-afspraken te komen, dat is wat Van Lawick en Visser scheidende mensen die nog niet zo diep zijn gezonken zouden aanraden. Van Lawick: “Afspraken zijn niet voor altijd, één vinger is geen hele hand. Kijk wat het beste werkt, de situatie is niet statisch.”

Visser: “Er zijn mensen die met een vuistdik convenant komen aanzetten. Alles is erin vastgelegd: wie wel en niet kleding mag kopen, wie wel en niet naar de huisarts mag brengen.”

Van Lawick: “Dat wekt de schijn van controle, terwijl je juist de oncontroleerbaarheid van het leven moet aanvaarden. Een ouderschapsplan zet je in een aantal vegen neer, niet in detail. Een plan dat tot op de millimeter alles regelt, gaat altijd fout.”

Citaten uit het artikel:

Mensen in een vechtscheiding zijn katten in het nauw.’

‘De kinderen lieten ons zien wat ons geruzie met hen deed. Ik huilde de ogen uit mijn kop.’

‘Wat een verspilling.’

‘Ik kan nu eenmaal nooit helemaal je zin krijgen.’

‘Neem geen advocaat.’

‘Groepstherapie: De groep corrigeert en werkt als spiegel.’

‘Kinderen op de eerste plaats.’

‘Advocaten kunnen veel kwaad doen.’

‘Vechtscheidingen: Vaak heeft een van de ouders een verstoorde omgang met een kind.’

‘Heb er vertrouwen in dat de ander goed voor de kinderen zorgt. Laat het gaan.’

‘Bij een scheiding staan niet twee mensen tegenover elkaar, maar twee groepen. Iedereen kiest partij.’

‘‘Kinderen worden zelden beter van therapie. Doe wat aan de ouders.’

‘Als je ouders zoveel ruzie maken, heb je geen ouders meer. Je moet dan eigenlijk ouder zijn.’

‘Ouders in een vechtscheiding zijn diep gezonken.’

 

Categories
Geen categorie

Weer een Kerst zonder mijn dochter

KarinCommissarisIn de bijlage Vrouw van De Telegraaf voor Kerstmis 2013 vertelt Karin Commissaris waarom zij al drie jaar haar dochter niet ziet. Het is het gevolg van een vechtscheiding die zij betreurt. ‘

Ik wil helemaal niet strijden, maar ik word er in meegetrokken. Samen waren mijn ex en ik  goede ouders, nu lijkt het een soort machtsspel dat ten koste van de kinderen gaat. Het verbaast mij dat er geen sancties bestaan voor mijn ex die allerlei afspraken over omgang niet nakomt’

 

 

Het volledige verhaal in: Weer een Kerst zonder mijn dochter