De bottleneck in de omgang is de handhaving. Tot 2009 kon de sterke arm (de politie) de omgangsregeling handhaven. Naar aanleiding van een onderzoek van de nationale ombudsman bevestigde zowel de minister van Veiligheid en Justitie als de Procureur-generaal (de baas van het Openbaar Ministerie, OM) dat de politie op verzoek moest optreden (812 Rv voor 2009).
Met de wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is in 2009 de verplichting voor de politie om de omgangsregeling te handhaven, uit de wet gehaald. Nu kan de politie alleen te hulp worden geroepen als de rechtbank in de beschikking opgenomen heeft: ‘uitvoerbaar bij voorraad’. Dit betekent dat na rijp beraad de wenselijkheid van handhaving is bepaald. Conform de resultaten van het onderzoek van de ombudsman moet de politie dan op verzoek handhavend optreden. PASsage geeft partijen, advocaten en rechters deze mogelijkheid in overweging om ouderverstoting te voorkomen.
Bijzondere ambtenaar familiezaken (BAF)
PASsage pleit voor onmiddellijke handhaving van de omgangsregeling en niet wachten tot de problemen nog groter zijn geworden. Als de capaciteit van de politie tekortschiet of als een ander type optreden van de sterke arm gewenst is, pleit PASsage voor een speciale ambtenaar met die bevoegdheden, te vergelijken met de bijzondere opsporingsambtenaar (boa). Te denken valt aan een ‘Bijzondere Ambtenaar Familiezaken’ (BAF).