Gedragswetenschappers en sociologen onderzoeken het belang van familierelaties. Familierelaties kennen veel aspecten. Wij lichten de rol toe van loyaliteit en hechting.
Loyaliteit
De Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan Böszörményi-Nagy (1920-2007) wees op de intergenerationele loyaliteit tussen ouders en kinderen. Tussen de generaties – ouders en kinderen – bestaat een existentiële band. Te onderscheiden vallen:
- primaire – bij de geboorte ontstane – loyaliteit
- secundaire – bij opvoeding en verzorging ontstane – loyaliteit.
Verstoring van een van beide loyaliteiten kan ernstige gevolgen hebben.
Hechting
Nauw verweven met loyaliteit is het begrip ‘hechting’, ofwel het vermogen van een kind om een relatie met een volwassene aan te gaan.
Familietherapeute Else-Marie van den Eerenbeemt:
‘In een veilige relatie met zijn ouders kan een kind zich goed ontwikkelen. Als een kind de basale geborgenheid en veiligheid niet kan krijgen in de relatie met zijn ouders, is er sprake van een onveilige gehechtheid.’
Zo’n onveilige situatie ontstaat als een kind in een loyaliteitsconflict belandt, bijvoorbeeld door een scheiding. Het gevoel hebben te moeten kiezen tussen ouders heeft een destructieve invloed op de hechting. Van den Eerenbeemt stelt dat hechting en loyaliteit als het ware een tweecomponentenlijm vormen: het een kan niet zonder het ander.
Van den Eerenbeemt benadrukt het belang van de familie en vooral van de ouder-kindrelatie:
‘Partners scheiden, maar ouders blijven. Ex-ouders bestaan niet. Je kunt niet zeggen: dat is mijn ex-moeder. Daarom komen kinderen in de knel als ze hun vader of moeder wordt onthouden.’